Hypotheekverstrekking aan ZZP’ers en flexwerkers

Minister Blok voor Wonen en Rijksdienst heeft op 17 juni 2013 de Tweede Kamer geïnformeerd over de vraag of de regeling hypothecair krediet (vastgesteld in december 2012) voldoende ruimte biedt aan zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) en personen met een flexibel contract. Eerst stelt de minister vast dat er in Nederland eind 2012 ongeveer 760.000 waren en dat verwacht wordt dat dit aantal doorgroeit naar 900.000 in 2030 en later tot één miljoen. Deze groep speelt dan ook een steeds grotere rol in de samenleving.
In de regeling hypothecair krediet zijn onder meer inkomenscriteria vastgesteld voor het verstrekken van hypothecair krediet. Bij die inkomenstoets wordt rekening gehouden met ‘de huidige vaste en bestendige inkomsten’. Voor ZZP’ers en flexwerkers wordt gekeken naar de gemiddelde inkomsten over de laatste drie kalenderjaren, voorafgaand aan het jaar waarin het toetsinkomen wordt vastgesteld. Bij het ontbreken van drie kalenderjaren kan worden uitgegaan van een door ‘een ter zake deskundige onderbouwde prognose van de toekomstige inkomsten’. Ook kan rekening worden gehouden met toekomstige beschikbare inkomsten uit vrij beschikbaar vermogen, een te verwachte structurele inkomensstijging binnen een redelijke termijn en een specifieke uitzonderingsmogelijkheid: de zogenoemde kwalitatieve explain.
Volgens de minister biedt de huidige regelgeving voldoende mogelijkheden voor ZZP’ers en flexwerkers om een hypothecaire lening te verkrijgen. Leningverstrekkers maken daarbij een eigen risicoafweging.
De minister zegt toe een breed onderzoek uit te voeren naar de positie van ZZP’ers en flexwerkers op de woningmarkt.
(Brief minister voor Wonen en Rijksdienst, 17 juni 2013, nr. 2013-0000348736)