FA Nieuwsbrief februari 2017

Jaargang 5 nummer 9

In deze Financieel Actief Nieuwsbrief:

Pensioen

Pensioenontwikkelingen januari 2017: novelle voor eigen beheer en nieuwe staffels | Artikel
Afkoop klein pensioen op juiste wijze belast | Kort bericht

Lijfrente

Revisie- en belastingrente bij afkoop lijfrenteverzekering | Kort bericht

Eigen woning

WOZ-waarde en hypotheekaanvraag | Kort bericht

Wetgeving in parlement

Op de hoogte blijven van de laatste parlementaire ontwikkelingen? Kijk dan bij het Overzicht (financiële) wetgeving in parlement en recent aangenomen wetgeving.

Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele (druk-)fouten en/of onvolkomenheden.

Artikelen

Pensioenontwikkelingen januari 2017: novelle voor eigen beheer en nieuwe staffels

Martijn en Kees

Zoals gemeld in ons vorige artikel kwam er op het allerlaatste moment een kink in de kabel bij het wetsvoorstel om pensioen in eigen beheer af te schaffen. In januari heeft de staatssecretaris zijn onderzoek naar de mogelijke problemen afgerond en een novelle naar de Tweede Kamer gestuurd.
In januari 2017 verschenen ook twee besluiten waarvan het nieuwe staffelbesluit het meest in het oog springt.
Al deze zaken komen in dit artikel aan bod.

Korte berichten

Afkoop klein pensioen op juiste wijze belast

Een man bereikt in oktober 2012 de AOW-gerechtigde leeftijd. In hetzelfde jaar ontvangt hij van het pensioenfonds in één keer het bij die stichting opgebouwde pensioen van ruim € 6.000. Op die afkoopsom is loonheffing ingehouden.
In 2014 legt de inspecteur een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen op. De verschuldigde premie volksverzekeringen is tijdsevenredig berekend op 26,67%. Dit is het samengestelde percentage van het gedeelte van het jaar 2012 vóórdat de man de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en van de periode erna (31,15% x 270/360 + 13,25% x 90/360).
De man is van mening dat het afgekochte pensioen ten onrechte in zijn geheel is meegenomen bij de berekening van de aanslag, dan wel dat dit pensioen moet worden afgezonderd van het overige door belanghebbende verworven inkomen in 2012, zodat dit wordt belast tegen een lager (gecombineerd) tarief IB/PVV.
Hof Den Bosch oordeelt dat er geen strijd is met de geest van het pensioenstelsel, en met de rechten van de mens, te weten het eigendomsrecht. “De wetgever is met zijn keuze voor belastingheffing over een inkomensbestanddeel als het onderhavige in het jaar dat het ook daadwerkelijk wordt ontvangen, niet getreden buiten de ruime beoordelingsmarge die hem toekomt onder artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.” Daar voegt het hof nog iets aan toe. Zelfs indien het belastbare inkomen van de man zou worden verminderd met het bedrag van het afgekochte pensioen, zou het belastbare inkomen nog altijd hoger zijn, dan het maximum premie-inkomen van € 33.863, waarover premie volksverzekeringen is verschuldigd. Zijn inkomen, zonder de afkoop, zou in de derde belastingschijf van 42% vallen. Met andere woorden: het afgekochte pensioen veroorzaakt niet dat het inkomen van de man in een hogere inkomstenbelastingschijf valt, en premies volksverzekeringen worden over het pensioen niet geheven.
(Bron: Hof Den Bosch, 23 september 2016, nr. 15/01122, ECLI:NL:GHSHE:2016:4198)

(februari 2017)

Revisie- en belastingrente bij afkoop lijfrenteverzekering

Een man sluit in 1997 een lijfrenteverzekering. Hiervoor betaalt de man maandelijks premie en de premie trekt hij af in zijn aangifte inkomstenbelasting. In 2012 koopt de man deze verzekering af. De afkoopsom bedraagt € 11.525. Ter zake van de afkoop heft de inspecteur € 2.305 aan revisierente. Over de revisierente is de man vervolgens € 199 aan belastingrente verschuldigd.
Nadat het bezwaar tegen de revisie- en belastingrente door de inspecteur is afgewezen gaat de man in beroep bij de rechtbank.
De man stelt dat niet het ontvangen bedrag van € 11.525, maar enkel het bedrag dat hij aan premies heeft ingelegd - ruim € 9.000 - in aanmerking mag worden genomen voor het belastbaar inkomen uit werk en woning. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur terecht de volledige afkoopsom belast. Op grond van artikel 3.133, eerste lid, van de Wet IB 2001 wordt naast de premies ook het behaalde rendement in aanmerking genomen.
De man rekent de rechtbank voor dat hij (na aftrek van inkomstenbelasting, revisierente en belastingrente) veel meer moet betalen aan de Belastingdienst dan het eerder door hem genoten fiscale voordeel. De rechtbank oordeelt dat de heffing van de revisierente in overeenstemming met artikel 30i, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is berekend en geheven. Ook mag de rechter de innerlijke waarde of billijkheid van de wet beoordelen. Ook is de rechtbank niet bevoegd om op grond van coulance af te wijken van de juiste wetstoepassing.
Op grond van de wetsgeschiedenis concludeert de rechtbank dat ook de belastingrente terecht (en tot het juiste bedrag) in rekening is gebracht.
De man wordt in het ongelijk gesteld.
(Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20 september 2016, nr. BRE - 16 _ 1331, ECLI:NL:RBZWB:2016:5786)

(februari 2017)

WOZ-waarde en hypotheekaanvraag

De minister voor Wonen en Rijksdienst - Blok - heeft een vijftal Kamervragen beantwoord over WOZ-beschikkingen en de rol daarvan bij een hypotheekaanvraag.
Hypotheekverstrekkers zijn sinds juli 2016 verplicht om een hypotheekaanvraag te beoordelen op basis van een betrouwbare waardebepaling van de woning. Dit is een gevolg van de implementatie van de Europese hypothekenrichtlijn. De waarde van de woning mag worden bepaald op grond van de WOZ. Voorwaarde is dat de aangevraagde hypotheek niet meer dan 90% bedraagt van deze WOZ-waarde. Een andere betrouwbare vorm van modelmatige waardebepaling is ook toegestaan. Fysieke taxatie is verplicht als de hypotheek meer dan 90% van de waarde van de woning bedraagt.
Het Kamerlid Houwers vraagt waarom banken en hypotheekverstrekkers naast een WOZ-beschikking ook vaak nog een taxatierapport vragen. Volgens de minister zijn er verschillende redenen te bedenken waarom niet de WOZ-waarde volstaat. De meest recente WOZ-beschikking kan naar de mening van de hypotheekverstrekker te oud zijn om een betrouwbare indicatie te geven van de waarde van de woning. Maar ook kan de vermoedelijke staat van het onderhoud van de woning een reden zijn om een fysieke taxatie te vragen.
Op de vraag of potentiële huizenkopers hierdoor onnodige kosten moeten maken, antwoordt de minister dat de wet de ruimte biedt aan partijen om een fysieke taxatie te vermijden (bij een hypotheek van niet meer dan 90% van de WOZ-waarde), maar “is het aan deze partijen zelf om te beoordelen hoe zij met die ruimte omgaan”.
De minister voelt er niets voor om bij wet te regelen dat banken en andere hypotheekverstrekkers genoegen moeten nemen met een WOZ-beschikking.
(Bron: brief minister voor Wonen en Rijksdienst, 22 december 2016, kenmerk 2016-0000801583)

(februari 2017)

Korte berichtenlabel

Korte berichten