In verband met het handhaven van de AOW-leeftijd 67 in 2025 heeft de Belastingdienst op haar website een V&A opgenomen om duidelijkheid te scheppen over de situatie waarin iemand vervroegd zijn of haar pensioenuitkeringen laat ingaan.
Als een werknemer zijn of haar pensioen eerder wil laten ingaan dan de pensioendatum zoals opgenomen in de pensioenregeling, dan moeten normaal gesproken ook de arbeidsgerelateerde werkzaamheden naar evenredigheid worden beëindigd. In het meest recente Verzamelbesluit pensioenen (nr. 2018-28514) is echter goedgekeurd dat hierboven genoemde voorwaarde niet geldt als het pensioen niet meer dan vijf jaar eerder dan de voor de werknemer geldende AOW-leeftijd ingaat.
Door de wijziging van de AOW-leeftijd in 2025 kon verwarring ontstaan over de leeftijd van een werknemer die vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt. Op de site van de Belastingdienst wordt een voorbeeld gebruikt van een werknemer die op 1 december 2020 62 jaar wordt. Hierdoor kan de werknemer toch gebruik maken van de tegemoetkoming uit het Verzamelbesluit pensioenen na handhaving van 67 jaar als AOW-leeftijd in 2025.
(V&A 19-008 op https://centraalaanspreekpuntpensioenen.belastingdienst.nl/)
(januari 2020)