Een man - concerncontroller van beroep - heeft een eigen woning met een eigenwoningschuld van € 390.000. In 2011 heeft hij € 9.603,75 aan hypotheekrente voor de woning betaald. In maart 2012 doet de man via het softwareprogramma van de Belastingdienst aangifte over 2011 voor zichzelf en zijn echtgenote. In eerste instantie brengt de man € 96.038 op zijn eigen inkomen in mindering. Later die maand doet hij opnieuw aangifte voor zichzelf en zijn echtgenote. Hij kiest voor een andere verdeling van de hypotheekrenteaftrek. Bij zijn echtgenote neemt hij € 19.000 in aanmerking als negatief inkomen uit eigen woning en in zijn eigen aangifte
€ 74.954. Hij doet de aangiften afzonderlijk en op twee verschillende computers.
In 2010 heeft de man op papier aangifte gedaan en een te hoog bedrag aan hypotheekrente aangegeven. Die aangifte is destijds door de inspecteur gecorrigeerd.
Naar aanleiding van de aangiften over 2011 heeft de inspecteur de man en zijn echtgenote aangegeven de aangiften te corrigeren en wegens (voorwaardelijke) opzet een vergrijpboete op te leggen van 50% van het te corrigeren bedrag in box 1.
De man heeft vervolgens een gesprek met de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) gehad. Daarin gaf de man als redenen voor de foute aangifte dat het invullen (voor de eerste keer digitaal) moeilijk ging en dat hij een typefout heeft gemaakt.
De rechtbank vindt het echter aannemelijk “dat belanghebbende met zijn handelen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard […] dat de aangifte IB/PVV 2011 onjuist zou zijn”.
Het hof volgt de rechtbank en neemt in haar afweging mee dat de aangifte voor de man leidde tot een ongebruikelijke teruggaaf van ongeveer € 25.000 en dat de man toch de aangifte heeft ingezonden. Een typefout acht het hof ook niet aannemelijk, omdat het programma van de Belastingdienst niet werkt met komma’s.
(Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 12 juli 2016, zaaknr. 15/01444; ECLI:NL:GHARL:2016:5641)
Noot:
Een typefout is zo gemaakt, maar in deze zaak had de man de schijn wel erg tegen. De inspecteur heeft het voorafgaande jaar de renteaftrek al gecorrigeerd. Bovendien gaat de man na zijn eerste aangifte opnieuw een aangifte doen en splitst daarbij de renteaftrek over zijn eigen aangifte en die van zijn echtgenote. Dan kan het bijna niet anders dan dat zo’n fout - als dat het zou zijn - moet opvallen. Hoewel daar in de uitspraak niets over staat, kan de vraag gesteld worden of van een controller niet meer precisie verwacht mag worden.
Met de vooringevulde aangifte, zoals die momenteel gebruikt wordt, is de kans op typefouten kleiner geworden (maar niet uitgesloten).
(september 2016)