FA Nieuwsbrief mei 2017

Jaargang 5 nummer 12

In deze Financieel Actief Nieuwsbrief:

Pensioen en Lijfrente

Bij scheiding lijfrente verdelen conform Wet verevening pensioen? | Kort bericht

Sparen en beleggen

Reactie Financiën op bericht dat spaarders geen rente meer krijgen op hun spaargeld | Kort bericht

Levenslooprekening ook periodiek uitkeren zonder werkgever | Kort bericht

Eigen woning

Kamerverhuurvrijstelling | Artikel

Wetgeving in parlement

Op de hoogte blijven van de laatste parlementaire ontwikkelingen? Kijk dan bij het Overzicht (financiële) wetgeving in parlement en recent aangenomen wetgeving.

Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele (druk-)fouten en/of onvolkomenheden.

 

 

Artikelen
Korte berichten

Bij scheiding lijfrente verdelen conform Wet verevening pensioen?

Een man en een vrouw zijn in 1999 gehuwd op huwelijkse voorwaarden. Door het huwelijk ontstaat geen enkele gemeenschap van goederen. In de huwelijkse voorwaarden is vastgelegd dat tussen de echtgenoten een deelgenootschap ontstaat. Bij het einde van het deelgenootschap ontstaat de verplichting om de vermogens te verrekenen op basis van algehele gemeenschap van goederen.
In 2013 is het huwelijk ontbonden. Naast diverse andere zaken vordert de vrouw dat een deel van de diverse lijfrenteverzekeringen die zijn afgesloten aan de man worden toegewezen en een andere lijfrenteverzekeringen aan haar worden toegewezen. Tevens vordert zij wegens overbedeling een geldsom van de man.
De rechtbank oordeelt onder meer dat “voor zover de lijfrentepolissen, die volgens de man zijn aangeschaft als pensioenvoorziening, niet behoren tot de overgespaarde inkomsten waarvoor de periodieke verrekenplicht geldt (omdat artikel 10 lid zes huwelijksvoorwaarden dit uitsluit), […][ dat niet wegneemt] dat de waarde daarvan nog steeds verevend moeten worden, overeenkomstig de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Dit volgt uit artikel 14 van de huwelijksvoorwaarden.”
De lijfrenteverzekeringen moeten dus worden verevend.
(Rechtbank Rotterdam, 1 februari 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:921 (en tussenvonnis ECLI:NL:RBROT:2015:10117))

Noot:

Een opmerkelijke uitspraak. Wat er ook zij van de uitkomst, is het onbegrijpelijk dat de rechtbank de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing verklaart. De huwelijkse voorwaarden geven daar op zichzelf geen aanleiding toe. De verwijzing naar artikel 14 van de huwelijkse voorwaarden is namelijk ten onerechte. Daar wordt alleen gesproken over pensioen.
En in artikel 4 van de wet is uitdrukkelijk aangegeven op welke pensioenen de wet van toepassing is. Lijfrente komt daar niet in voor. Het is voor vele burgers al lastig om onderscheid te maken tussen pensioen in de tweede pijler (kort gezegd pensioen gebaseerd op de Pensioenwet) en de oudedagsvoorziening in de derde pijler (lijfrente). Deze laatste wordt in de volksmond vaak aangeduid met pensioen, maar ten onrechte. Het geeft wel te denken dat het zelfs voor juristen lastig blijkt om dit onderscheid te maken. Het is te hopen dat deze uitspraak geen leidraad wordt voor toekomstige uitspraken.

(mei 2017)

Reactie Financiën op bericht dat spaarders geen rente meer krijgen op hun spaargeld

Minister van Financiën Dijsselbloem heeft gereageerd op Kamervragen naar aanleiding van het bericht dat spaarders geen rente meer krijgen over hun spaargeld.
De minister geeft aan dat de rente historisch laag staat en al daalt sinds de jaren ’80. Hij legt uit dat banken streven naar het op peil houden van hun rentemarge (verschil tussen uitleen- en inleenrentes). Daarbij stellen banken hun eigen rentes vast die tevens verschillen per type deposito. Ook geeft de minister aan dat niet op voorhand valt te overzien in hoeverre banken bij eventuele toekomstige dalingen in de markrente over zullen gaan tot het verder verlagen van de spaarrente.
In België geldt een verbod op negatieve rente op spaartegoeden. Aangezien een dergelijk verbod kan leiden tot een verstoring van de markt, is de minister niet van plan om negatieve spaarrentes te verbieden.
De minister gaat ook in op de wijziging van de rendementsberekening in box 3. Hij geeft aan dat het systeem per 1 januari 2017 de feitelijke ontwikkeling volgt en daardoor beter aansluit bij het werkelijke rendement op sparen. De minister laat het over aan een nieuw kabinet om te beoordelen  of stappen in de richting van een heffing over het werkelijke individueel behaalde rendement wenselijk zijn.
De minister kondigt geen maatregelen aan om te voorkomen dat mensen hun spaargeld uiteindelijk thuis bewaren, in plaats van dit op een spaarrekening te zetten. Er is op dit moment geen sprake van grootschalige onttrekkingen van spaarrekeningen naar contant geld. Het staat burgers vrij om hun geld in contanten aan te houden en de minister is niet van plan om dit te veranderen.
(Brief minister van Financiën, 26 april 2017, kenmerk 2017-0000086594)

(mei 2017)

Levenslooprekening ook periodiek uitkeren zonder werkgever

Een man heeft bij een bank een levenslooprekening. Op het moment dat hij de levensloopuitkeringen wil laten ingaan heeft de man geen werkgever. De bank werkt niet mee aan deelbetalingen en wil het levenslooptegoed in een keer uitkeren onder inhouding van 52% loonbelasting. De bank geeft aan dat het proces van rechtstreekse betalingen periodieke uitkeringen veel administratieve handelingen met zich meebrengt. In de voorwaarden is niet opgenomen dat rechtstreekse deelbetalingen zijn uitgesloten. Dat brengt de man ook naar voren in de procedure bij de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening.
De commissie heeft begrip voor het feit dat rechtstreekse periodieke betalingen de nodige administratieve handelingen met zich meebrengt. Maar de bank had hierin kunnen dan wel moeten voorzien.
De commissie acht het redelijk dat de bank de man volledig schadeloos stelt door het tegoed van de levenslooprekening alsnog in periodiek deelbetalingen rechtstreeks aan de man uit te keren, dan wel het geleden fiscale nadeel te vergoeden. Overigens mag de bank redelijke kosten in rekening brengen voor de rechtstreekse periodieke deelopnames. Kijkend naar wat andere marktpartijen in rekening brengen, stelt de commissie de redelijke kosten op € 75 per deelopname. De vordering van de man wordt toegewezen.
(Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, 26 april 2017, nr. 2017-271)

(mei 2017)

Korte berichtenlabel

Korte berichten