FA Nieuwsbrief oktober 2018

Jaargang 7 nummer 4

In deze Financieel Actief Nieuwsbrief:

Pensioen

Wetsvoorstel Verzamelwet Pensioenen 2019 ingediend bij Tweede Kamer | Kort bericht
Nieuwe vragen en antwoorden pensioen gepubliceerd door CAP | Kort bericht

Kapitaalverzekering

Uitkering kapitaalverzekering eigen woning na overlijden | Artikel

Eigen woning

Banken gaan aflossen op aflossingsvrije hypotheek stimuleren | Kort bericht

Wetgeving in parlement

Op de hoogte blijven van de laatste parlementaire ontwikkelingen? Kijk dan bij het Overzicht (financiële) wetgeving in parlement en recent aangenomen wetgeving.

Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele (druk-)fouten en/of onvolkomenheden.

Artikelen
Korte berichten

Wetsvoorstel Verzamelwet Pensioenen 2019 ingediend bij Tweede Kamer

Op 10 september 2018 is het wetsvoorstel Verzamelwet Pensioenen 2019 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel omvat diverse onderwerpen op pensioenterrein, waaronder:

  • Waardeoverdracht
  • Gegevenslevering De Nederlandsche Bank (DNB)
  • Overbruggingspensioen
  • Versterken medezeggenschap bij kleine ondernemingen
  • Premiebetaling op basis van feitelijk verloonde bedragen per maand

Waardeoverdracht en overbruggingspensioen worden hieronder nader besproken.

Waardeoverdracht
In de ‘Wet waardeoverdracht klein pensioen’ is onder meer geregeld dat kleine pensioenen niet meer eenzijdig mogen worden afgekocht binnen zes maanden na twee jaar na einde deelneming. Er geldt overgangsrecht voor kleine pensioenen die zijn ontstaan in het jaar 2017. Voor de aanspraken uit 2017 geldt geen zes maandentermijn waarin de pensioenuitvoerder een eenzijdig afkooprecht heeft, maar dit blijkt in de praktijk niet werkbaar. Om die reden stelt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nu voor om de huidige eenzijdige afkoopmogelijkheid binnen zes maanden na twee jaar na einde deelneming alsnog volledig van toepassing te verklaren op alle kleine pensioenen die zijn ontstaan vóór 1 januari 2018.

Overbruggingspensioen
Voor mensen die vóór 1 januari 2016 vervroegd met pensioen waren op het moment dat de AOW-leeftijd (versneld) werd verhoogd, was er een tijdelijke regeling. Tot 1 juli 2016 werd variabilisering toegestaan van al ingegaan ouderdomspensioen. Deze groep werd zo in staat gesteld om de onverwachte verhoging van de AOW-leeftijd op te vangen. Wettelijk gezien moet de mate van variabilisatie van pensioen uiterlijk bij het ingaan van het pensioen worden vastgesteld. De tijdelijke oplossing was de toestemming om de hoog-laagconstructie van het al lopende pensioen uiterlijk bij het bereiken van de 65 5/12-jarige leeftijd toe- of aan te passen. Door een amendement van de Kamerleden Van Kent en Gijs van Dijk is er een herkansing gecreëerd aangezien niet iedereen die van deze mogelijkheid gebruik kon maken dit ook heeft gedaan. Deze spijtoptantenregeling komt te vervallen.
Er komt een nieuwe regeling voor mensen die met een inkomensgat te maken krijgen door een verhoging van de AOW-leeftijd. Daarbij kan de variabilisatie van reeds ingegaan pensioen worden aangepast. De regeling geldt voor werknemers waarvan het pensioen meer dan vijf jaar vóór de voor hen geldende AOW-leeftijd is ingegaan en die te maken krijgen met een verhoging van de voor hen geldende AOW-leeftijd. Het gaat overigens om een kleine groep mensen. Bij verzekeraars gaat het om circa 100 personen en pensioenfondsen verwachten dat het enkele duizenden personen betreft.
De extra keuzemogelijkheid geldt voor zowel vroeg-pensioneringen van vóór 1 januari 2016 als hierna.

Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel op 1 januari 2019 in werking treedt.
(Kamerstukken TK, vergaderjaar 2017–2018, 35 015, nr. 3)

Noot:

De laatste paar jaar verschijnt er met enige regelmaat een verzamelwet pensioenen om enkele praktische zaken te repareren.
De voortgang van dit wetsvoorstel is te volgen op onze pagina Overzicht (financiële) wetgeving in parlement en recent aangenomen wetgeving.

(oktober 2018)

Nieuwe vragen en antwoorden pensioen gepubliceerd door CAP

Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst heeft recent weer enige vragen en antwoorden gepubliceerd. Het betreft vragen en antwoorden die al eerder waren gepubliceerd, maar zijn herschreven en soms flink uitgebreid.

Toepassen extra verlaagde AOW-inbouw in deel pensioenregeling (V&A 05-024)
Dit vraag en antwoord is qua omvang aanzienlijk groter geworden. De kern is hetzelfde gebleven.
Weliswaar bestaat de mogelijkheid om uit te gaan van een verlaagde AOW-franchise - artikel 10aa Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 - maar bij splitsing van een pensioenregeling moet de pensioenopbouw volledig blijven voldoen aan genoemd artikel 10aa.

Berekening maximaal nabestaandenoverbruggingspensioen (V&A 08-068)
Ook hier is de kern ongewijzigd. Het nabestaandenoverbruggingspensioen mag niet hoger zijn dan 8/7 van de nominale ANW-uitkering plus het verschil in verschuldigde premie volksverzekering over het partnerpensioen vóór en na de AOW-leeftijd. Deze premiecompensatie mag worden gebruteerd op voorwaarde dat het netto pensioeninkomen vóór de AOW-leeftijd niet hoger wordt dan het netto inkomen na de AOW-leeftijd. In de vorige versie stond een voorbeeld waarbij aan deze voorwaarde werd voldaan. De nieuwe versie bevat een tweede voorbeeld waarbij geen volledige brutering mogelijk is.
De Belastingdienst geeft aan dat op basis van het voorbeeld in de vorige versie de brutering van de premiecompensatie te hoog kan zijn vastgesteld. Die toezeggingen worden geëerbiedigd, mits deze al lopen op 31 december 2018. Vanaf 1 januari 2019 moet van de meest recente versie van dit vraag en antwoord worden uitgegaan.

Inbouw AOW-uitkering bij lager dan fiscaal maximaal opbouwpercentage (V&A 14-005)
In de vorige versie van dit vraag en antwoord is een formule gegeven om - ingeval van een lager opbouwpercentage - bij het hanteren van de inbouwmethode de jaarlijkse AOW te kunnen bepalen. Nieuw is dat uitgebreid wordt ingegaan op de situatie dat bij een middelloonregeling pensioenopbouw plaatsvindt gedeeltelijk op basis van een lager dan fiscaal maximaal pensioenopbouwpercentage. Het vraag en antwoord bevat vier voorbeelden.
(www.belastingdienstpensioensite, 1 augustus 2018, V&A 05-024, V&A 08-068, V&A 14-005)

Noot:

Met name de aanpassing van V&A 08-068 vraagt om aandacht. Vanaf 1 januari 2019 moet een nabestaandenoverbruggingspensioen aan de nieuwe regels.

(oktober 2018)

Banken gaan aflossen op aflossingsvrije hypotheek stimuleren

In opdracht van de gezamenlijke banken start de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) start op 1 oktober de publiekscampagne ‘Word ook aflossingsblij’. Banken vinden het namelijk belangrijk dat mensen met een aflossingsvrije hypotheek goed nadenken over hun financiële situatie aan het einde van de looptijd.
Klanten met een aflossingsvrije hypotheek kunnen in de toekomst tegen veranderingen aanlopen die van invloed zijn op hun financiële situatie, zoals:

  • Inkomensdaling bij het bereiken van de pensioenleeftijd.
  • Einde hypotheekrenteaftrek na dertig jaar.
  • Stijging maandlasten omdat bij een nieuwe hypotheek minimaal 50% van de marktwaarde van de woning moet worden afgelost.

Het is verstandig om te onderzoeken of de hypotheeklasten in de toekomst nog gedragen kunnen worden. Mocht dat niet het geval zijn dan kunnen nu al maatregelen genomen worden. Als maatregelen noemt de NVB met name aflossen of sparen.
Banken benaderen klanten hierover actief en hebben 52.000 klanten bereikt. Aan 27.000 klanten is financieel inzicht gegeven.
(www.nvb.nl, 29 september 2018)

(oktober 2018)

Korte berichtenlabel

Korte berichten