Opvragen informatie bij Duitse Belastingdienst niet onrechtmatig

Een medewerker van de Nederlandse Belastingdienst heeft in het Duitse blad ‘Der Spiegel’ gelezen over misbruik door Nederlanders van ‘Stiftungen’ in Liechtenstein. Na het lezen van het artikel heeft hij de Duitse Belastingdienst gevraagd om informatie over dit onderwerp. Naar aanleiding hiervan krijgt een man alsnog een heffing over verzwegen vermogen in Liechtenstein. Volgens de informatie van de Duitse Belastingdienst is deze man namelijk betrokken bij een Liechtensteinse ‘Stiftung’. De man vindt dat de informatie van de Duitse Belastingdienst onrechtmatig is. Hij vindt dat sprake is van een verboden ‘fishing expedition’, een willekeurig verzoek om informatie en dat hij geïnformeerd had moeten worden over het verzoek aan de Duitse Belastingdienst. De rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad vinden echter dat de Belastingdienst de verkregen informatie wel mocht gebruiken. De Hoge Raad merkt op dat uit de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie blijkt dat de Belastingdienst in deze situatie niet verplicht is om de belastingplichtige te informeren. 
(Bron: Hoge Raad, 5 februari 2016, nr. 15/0008, V-N 2016/11.4)

Noot:

De Bijstandsrichtlijn geeft de Belastingdienst de mogelijkheid om Europese Belastingdiensten te vragen om hulp bij het heffen van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting (77/799 EEG). De te delen informatie moet ruim worden uitgelegd. Het gaat om ‘alle inlichtingen die (de Lidstaten) van nut kunnen zijn voor een juiste vaststelling van de belastingschuld. Op grond van de richtlijn kan op drie manieren om informatie worden gevraagd: op verzoek, automatisch en spontaan. In deze situatie verstrekt de Duitse Belastingdienst de informatie ‘spontaan’. Uit jurisprudentie blijkt dat de richtlijn geen rechten bevat voor belastingplichtigen. Een belastingplichtige hoeft niet op de hoogte te worden gesteld van een internationaal verzoek om inlichtingen.