Stijging levensverwachting minder snel dan eerst verwacht: gevolgen voor AOW-leeftijd?

Advieskantoor KPMG heeft de sterftecijfers van de afgelopen jaren geanalyseerd. KPMG constateert dat de levens­verwachting voor een 0-jarige man in 2018 ongeveer een half jaar lager is dan in de drie jaren daarvoor. Voor vrouwen is dit verschil bijna een jaar. Dit is opvallend en kan er op wijzen dat de levensverwachting minder snel stijgt dan eerder werd verwacht. Mogelijke oorzaken zouden kunnen zijn de griepepidemieën, strengere winters en hetere zomers. Hierdoor sterven meer ouderen.
Het is de vraag of de meest recente jaren een incidentele afwijking zijn in het patroon of niet.
Gevolgen voor de AOW-leeftijd lijken er te zijn. Op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de regering in november 2017 besloten om de ingangsleeftijd van de AOW in 2023 niet te verhogen naar 67 jaar en 6 maanden. De verwachten op basis van de meest recente cijfers is dat besloten wordt om de AOW-leeftijd ook in 2024 niet te verhogen.
Ook op de lange termijn zal de AOW-leeftijd minder snel stijgen, zo is de verwachting. Was het in 2016 nog de verwachting dat een AOW-leeftijd van 70 jaar in 2044 zou worden bereikt, is dat jaartal nu bijgesteld naar 2047. KPMG waarschuwt wel voor te vroeg juichen. De hogere sterfte in de meest recente jaren kan incidenteel zijn geweest.
(KPMG, ‘Stijging levensverwachting lijkt te stagneren’, 31 augustus 2018)

Noot:

Dit bericht is goed nieuws voor diegenen die binnen zo’n zes jaar de AOW-leeftijd van 67 jaar en zes maanden bereiken.
Voor de langere termijn geldt toch: het kan vriezen, het kan dooien. Het is nu eenmaal moeilijk om op basis van enkele recente jaren een trend te voorspellen.
Naast deze ‘koele’ cijfers speelt nog de discussie waarbij FNV als voorwaarde voor een pensioenakkoord de bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar eist.

(september 2018)