Een man is in 2001 door een beroepsziekte arbeidsongeschikt geraakt. In 2015 ontvangt de man een WAO/AAW-uitkering van het UWV en een uitkering van een verzekeraar. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de uitkeringen terecht belast in box 1. De man betoogt dat er een causaal verband is tussen de arbeidsongeschiktheid en de uitkeringen van het UWV en de verzekeraar. De rechtbank oordeelt dat een dergelijk causaal verband nog niet meebrengt dat de uitkeringen letselschade-uitkeringen zijn. De uitkeringen zijn terecht belast op grond van artikel 100, eerste lid, letter a en artikel 101, eerste lid, letter a Wet IB 2001 (voor de UWV-uitkering) en artikel 100, eerste lid, letter b Wet IB 2001 (voor de uitkering van de verzekeraar).
Hof Den Haag en de Hoge Raad bevestigen de uitspraak van de rechtbank.
(Hoge Raad, 15 januari 2021, nr. 19/03644, ECLI:NL:HR:2021:49)
(februari 2021)