In 2028 stijgt de AOW-leeftijd naar 67 jaar en drie maanden. De aanvangsleeftijd voor de opbouw van AOW gaat op hetzelfde moment omhoog naar 17 jaar en drie maanden. Dit heeft de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen de Tweede Kamer per brief laten weten.
Aanleiding is het feit dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in de nieuwe prognoses uitgaat van een gemiddeld resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 21,05 jaar in 2028 en van 21,73 jaar in 2034. In 2019 raamde het CBS resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor het jaar 2024 op 20,64 jaar.
De AOW-leeftijd en de bijbehorende aanvangsleeftijd zijn vanaf 2026 gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. In de wet is vastgelegd dat een verdere verhoging van de AOW-leeftijd en aanvangsleeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Bovendien wordt de AOW-leeftijd vijf jaar van tevoren aangekondigd.
De pensioenrichtleeftijd in 2024 blijft 68 jaar.
(Brief minister Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, 9 november 2022, kenmerk 2022-0000229421)
(december 2022)