Tegenbewijsregeling in box 3?

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2023 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen van Kamerlid Van Haga. In de motie wordt de regering verzocht om te onderzoeken of een tegenbewijsregeling in box 3 kan worden ingevoerd.
Staatssecretaris Van Rij geeft aan dat het kabinet meerdere malen de mogelijkheid van een tegenbewijsregeling heeft onderzocht, onder meer bij de wetsvoorstellen Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3.
Bij de huidige vormgeving is het uitgangspunt dat de regeling grotendeels geautomatiseerd kan worden uitgevoerd. Opvragen van extra informatie bij belastingplichtigen is dan niet aan de orde. Op dit moment sluit box 3 aan bij het werkelijk aangehouden vermogen van drie categorieën. Dat zijn spaargeld, overige bezittingen en schulden. Volgens Van Rij sluit met name voor spaarders het forfait goed aan bij het werkelijke gemiddelde rendement. De categorie overige bezittingen is zeer divers en daarom begrijpt de staatssecretaris de wens voor een heffing op basis van werkelijk rendement. Ook benadrukt hij dat de mogelijkheid van een tegenbewijsregeling door het kabinet serieus is onderzocht.
Bezwaar is dat de tegenbewijsregeling door belastingplichtigen selectief kan worden ingezet in jaren dat deze goed uitkomt. En daarmee is de regeling minder rechtvaardig dan dat deze lijkt. Oplossing hiervoor kan zijn dat naar het rendement in meerdere jaren wordt gekeken. Maar dat is complexer omdat uitgangspunt van de heffing is dat deze per jaar plaatsvindt. Ook wordt het beslag op de Belastingdienst te groot. Extra complicatie is bovendien het begrip ‘werkelijk rendement’. Nadeel is ook dat de gegevens niet vooraf ingevuld kunnen worden. Tot slot speelt de (grote) budgettaire derving een rol.
Conclusie is dat het kabinet geen voorstel gaat doen voor een tegenbewijsregeling.
(Brief staatssecretaris van Financiën, 9 november 2023, kenmerk 2023-0000251737)

Noot:
Veel van de argumenten die de staatssecretaris naar voren brengt in zijn brief waren al bekend. Het wekt dan ook geen verbazing dat het kabinet niet met een tegenbewijsregeling komt.
Diverse argumenten zijn wel valide, maar twee opmerkingen wekken wel enige verbazing. De staatssecretaris stelt dat de Belastingdienst geen gegevens die van belang zijn voor het werkelijke rendement vooraf kan invullen. Correct, daar draait het nu net om. Vooraf invullen is wel mogelijk, maar de belastingplichtige kan aantonen dat het werkelijke rendement anders is. Dit is dan ook niet echt een argument.
Budgettaire derving is zeker van belang. Maar het geeft ook aan dat het systeem op dit moment niet klopt. Of de momenteel gehanteerde rendementen zijn te hoog (en het belastingpercentage te laag). Of de verdeling van de rendementen (en daarmee de heffing) over de diverse belastingplichtigen is scheef. Dit laatste zou zeer kwalijk zijn.

(december 2023)