De Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting heeft op 16 oktober 2025 een standpunt gepubliceerd over de collectieve verbetering van een pensioenregeling en de eventuele gevolgen voor de eerder in aftrek gebrachte lijfrentepremie.
De voorgelegde casus is als volgt. Een belastingplichtige neemt deel aan een pensioenregeling. Op enig moment wordt de pensioenregeling met terugwerkende kracht verbeterd. Het gaat om een extra premiestorting met als doel de pensioenregeling actuarieel gelijkwaardig te maken. De belastingplichtige heeft een lijfrente en heeft in voorgaande jaren lijfrentepremies in aftrek gebracht.
De kennisgroep beantwoordt twee vragen.
Allereerst is de vraag of de collectieve pensioenverbetering in de casus kan leiden tot het in aanmerking nemen van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Dat is niet het geval. Voorwaarde is dat het moet gaan om een reële collectieve situatie. Daarbij mag een werknemer op de pensioenverbetering als individu geen invloed kunnen uitoefenen. Geen negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen derhalve.
De tweede vraag is of de verbetering voor een pensioenregeling met terugwerkende kracht zorgt voor een hogere factor A. Ook die vraag wordt ontkennend beantwoord. Een collectieve verbetering met terugwerkende kracht ziet op voorliggende dienstjaren. Dat betekent geen hogere factor A.
(Kennisgroepen, KG:070:2025:6, publicatiedatum 16 oktober 2025)
(november 2025)