Dit besluit wijzigt het besluit van 16 mei 2019, nr. 2019-115021 (Stcrt. 2019, 30558). De wijziging betreft de toevoeging dat voor het bepalen van de termijnen van een alimentatielijfrenterekening de in artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel a, Wet IB 2001 opgenomen uiterste ingangsdatum en minimale looptijd buiten beschouwing blijven. Daarnaast is een goedkeuring opgenomen, waardoor bij een lijfrente die wordt afgekocht in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid tot een hoger bedrag dan het wettelijk toegestane maximum als bedoeld in artikel 3.133, negende lid, onderdeel c, Wet IB 2001 onder voorwaarden alleen voor het bedrag dat hoger is dan dit maximum revisierente is verschuldigd. Verder zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. Met deze aanpassingen is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Gratis nieuwsbrief
Abonneer u gratis op de digitale nieuwsbrief met de aankondingen van onze nieuwe artikelen.