KEW/SEW/BEW en (echt)scheiding

Vraag:

A en B zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en gaan scheiden. Zij zijn samen eigenaar van een woning. Zij hebben een (aflossingsvrije) eigenwoningschuld van € 250.000. De woning is nu € 270.000 waard. A wil in de woning wil blijven wonen en koopt B voor een bedrag van € 135.000 (de helft van de waarde) uit en financiert dit bedrag met een annuïtaire lening.

Tegelijk met het aangaan van de eigenwoningschuld hebben A en B een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) afgesloten met een verzekerd kapitaal van € 200.000. De opgebouwde waarde bedraagt momenteel € 25.000.

Kan A de KEW zelf volledig voortzetten of moet de KEW gesplitst worden?

Antwoord:

A mag na 31 maart 2013 de KEW zelf volledig voortzetten zonder dat het overgangsrecht voor de KEW verloren gaat. Dat heeft de Kennisgroep Verzekeringsproducten van de Belastingdienst geschreven in Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW. Er is in dat geval geen sprake van schending van de voorwaarden voor de KEW. De KEW wordt volledig geacht een voortzetting te zijn van de bestaande KEW en ook het premieverleden telt bijvoorbeeld volledig mee.

Dat is een mooie oplossing voor een veel gestelde vraag uit de praktijk.

Toch is voorzichtigheid op zijn plaats.

De goedkeuring ziet alleen op KEW, SEW en BEW en dus niet op de eigenwoningschuld. De overname van de helft van de woning van de partner zal moeten worden gefinancierd met een lening waarop ten minste annuïtair wordt afgelost, om hypotheekrenteaftrek mogelijk te maken. Daar verandert deze goedkeuring niets aan. In combinatie daarmee is van belang dat bijvoorbeeld een SEW vaak niet als ‘los’ product kan worden gesloten of voortgezet.

Dit alles kan een aardige puzzel opleveren. In dit voorbeeld heeft A na de scheiding een bestaande eigenwoningschuld van € 125.000 en een (nieuwe) annuïtaire hypotheekschuld van € 135.000. Bij overname van de volledige KEW, keert de verzekering op einddatum € 200.000 uit, terwijl de bestaande eigenwoningschuld slechts € 125.000 bedraagt. Om de uitkering volledig belastingvrij te kunnen genieten moet echter voor € 200.000 eigenwoningschuld worden afgelost (en de maximale KEW-vrijstelling door indexatie ook ten minste € 200.000 bedragen). Dat zal dus een deel van de annuïtaire schuld zijn. Die schuld moet dan nog wel ten minste € 75.000 (€ 200.000 - € 125.000) bedragen, maar bij deze nieuwe schuld begint A direct annuïtair af te lossen. Eerder stoppen met de KEW omdat er anders niet voldoende schuld is om af te lossen, kan natuurlijk ook. Maar dan moet er weer op gelet worden dat aan de eis van ten minste 20 jaar jaarlijkse premiebetaling wordt voldaan.

Kortom: een prima antwoord van de Kennisgroep voor de praktijk die wel vraagt om zorgvuldige advisering en toepassing in de praktijk!

Deze rubriek wordt verzorgd door:

Fiscale Zaken SNS REAAL