Aanwenden oudedagsverplichting voor een lijfrente na uiterste ingangsdatum lijfrente

De staatssecretaris van Financiën heeft een goedkeuring gepubliceerd over de aanwending van een oudedagsverplichting (ODV) voor een lijfrente.

Bij de invoering van de ‘Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen’ is de mogelijkheid opgenomen om een aanspraak op een ODV aan te wenden voor een lijfrente. Een van de eisen aan een lijfrente is dat deze ingaat uiterlijk in het jaar waarin de leeftijd wordt bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd. Signalen uit de praktijk heeft de staatssecretaris doen besluiten om voor de ODV af te wijken van deze leeftijdsgrens. Hij keurt daarom goed dat onder voorwaarden de leeftijdsgrens niet geldt.

De voorwaarden zijn:

  1. De termijnen uit hoofde van de lijfrente gaan direct na verkrijging in.
  2. De minimale uitkeringsduur van 20 jaar genoemd in artikel 3.126a, vierde lid, Wet IB 2001, mag worden verminderd met de periode die verstreken is tussen het moment waarop de gerechtigde de AOW-leeftijd heeft bereikt en het moment waarop de eerste termijn van de lijfrente wordt uitgekeerd.
  3. De volledige waarde van de ODV wordt aangewend ter verkrijging van een lijfrente.
  4. Belanghebbende dient voorafgaand aan de aanwending van de ODV ter verkrijging van een lijfrente bij de inspecteur een verzoek in met een beroep op deze goedkeuring. In de bijlagen bij dit verzoek zijn alle relevante stukken opgenomen.

Ingeval van onderdekking geldt voorwaarde c niet, maar gelden aanvullende voorwaarden.

(Besluit van 22 juni 2022, nr. 2022-13302, Staatscourant nr. 17162, 4 juli2022 )

Noot:

De volledige goedkeuring is als bijlage bij dit bericht opgenomen.

(september 2022)