Op verzoek van de werkgroep ‘Ruimte voor wonen’ heeft het Centraal Planbureau (CPB) woningmarkteffecten doorgerekend voor het verlagen van de fiscale stimulering op koop- en huurwoningen. Daarbij zijn negen maatregelen en drie pakketten waarin meerdere maatregelen worden gecombineerd, doorgerekend. De genoemde werkgroep maakt onderdeel uit van de Brede maatschappelijke Heroverwegingen (BMH).
Het verlagen van de fiscale stimulering voor woningen vermindert verstoringen. Ook leidt dit tot een betere werking van de woningmarkt. Tegelijkertijd leidt dit tot lagere huizenprijzen ten opzichte van het zogenoemde basispad. Het basispad is de economische ontwikkeling die het CPB verwacht als er geen aanvullende beleidsmaatregelen worden getroffen. Volgens het CPB-woningmarktmodel wordt de grootste doelmatigheidswinst behaald in de variant waarbij de eigen woning wordt verplaatst naar box 3, de overdrachtsbelasting wordt afgeschaft en de huurtoeslag onafhankelijk wordt van de werkelijke huur. In deze variant wordt een extra algemene vrijstelling ter waarde van de gemiddelde WOZ-waarde van koopwoningen van ongeveer € 332.000 (2020) per huishouden in box 3 geïntroduceerd, in aanvulling op de al bestaande persoonlijke vrijstelling van € 30.846 per persoon. Deze extra vrijstelling geldt ook voor huurders of belastingplichtigen met een lagere WOZ-waarde.
Dit pakket leidt tot een structurele doelmatigheidswinst van 0,5% van het bbp en tot 11% lagere huizenprijzen in 2025 ten opzichte van het basispad.
Het CPB heeft wel een disclaimer op haar website geplaatst. De publicatie is tijdens de coronacrisis verschenen, maar is eerder geschreven. “Het is mogelijk dat de resultaten en aanbevelingen door de snelle en onvoorspelbare ontwikkelingen in een ander licht komen te staan.”
(Centraal Planbureau, Doorrekening woningmarkteffecten voor Brede Maatschappelijke Heroverwegingen, februari 2020, gepubliceerd op 22 april 2020)
(mei 2020)