In een brief van 3 juni 2016 aan de Tweede Kamer is staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingegaan op de mogelijke herziening van het pensioenstelsel, mede naar aanleiding van het SER-rapport hierover (zie hiervoor FA Korte Berichten ‘SER-rapport: verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling’).
Staatssecretaris Klijnsma heeft de Tweede Kamer laten weten nog vóór het zomerreces 2016 de Kamer te informeren over diverse onderwerpen. Allereerst zal zij de Kamer de nadere uitwerking van de Hoofdlijnennota herziening pensioenstelsel toezenden. Dit was reeds vóór 15 juni 2016 toegezegd, maar gezien het feit dat het recente SER-rapport als belangrijke input dient en de zorgvuldigheid die de staatssecretaris in acht wil nemen, was een uitwerking vóór genoemde datum niet mogelijk.
Daarnaast merkt ze in de brief op dat het onderzoeksrapport van Aon Hewitt over solidariteit binnen collectieve pensioenregelingen weinig nieuwe inzichten biedt. Het onderzoeksrapport onderstreept wel het belang van het renteniveau ten tijde van een transitie om de uiteindelijke transitielast van de afschaffing van de doorsneesystematiek te kunnen bepalen. Naast de rente zijn er nog meer gevoeligheden die een rol zullen gaan spelen. De staatssecretaris zal hier verder op ingaan in de nota over de herziening van het pensioenstelsel.
Ook geeft de staatssecretaris in de brief aan dat zij verder zal ingaan op het verzoek van de leden Vermeij (PvdA) en Van Weyenberg (D66) om cijfermatig inzicht te geven aangaande de ‘witte vlek’. Onder de zogenoemde ‘witte vlek’ vallen mensen die geen pensioen opbouwen. Klijnsma onderscheidt werknemers in de witte vlek, zelfstandigen en flexwerknemers. Voor deze groepen en problematieken zal de staatssecretaris in de brief vóór het zomerreces oplossingsrichtingen aandragen.
(Bron: Verzamelbrief pensioenonderwerpen, Ministerie SZW, referentie: 2016-0000138248)
Noot:
De brief van 3 juni 2016 betreft een update van de staatssecretaris over de stand van zaken met de nota over de herziening van het pensioenstelsel. We wachten de toegezegde nadere uitwerking van de hoofdlijnennota nader af. Inmiddels heeft ook De Nederlandsche Bank (DNB) zich gemengd in de discussie over het nieuwe pensioenstelsel. DNB heeft aangegeven dat het van belang is dat de transitie naar een nieuw stelsel op een evenwichtige wijze plaatsvindt. Dat is terecht, maar hoe de transitie dan zou moeten gebeuren, geeft DNB helaas niet aan. Naar onze inschatting gaat het nog wel even duren, voordat er een nieuw pensioenstelsel is.