Op 19 december 2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2018, het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 en het wetsvoorstel Geleidelijke uitfasering van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (afschaffing Wet Hillen).
De Kamer stemde ook in met een motie bij het Belastingplan 2018 van de Kamerleden Ester, Van Rij, Backer, Schalk en Van de Ven. Deze leden hebben geconstateerd dat door de in het regeerakkoord afgesproken maatregelen de marginale druk tussen € 20.000 en € 36.000 aanzienlijk daalt. Daardoor worden (meer) werken en loonsverhoging aantrekkelijker. Maar dat ondanks deze daling een deel van de werkenden in het traject tussen WML en modaal nog steeds te maken zal hebben met een hoge marginale druk. De prikkel tot het verhogen van de arbeidsparticipatie of het verbeteren van de positie op de arbeidsmarkt wordt hierdoor verkleind. Ook is de uitlegbaarheid en rechtvaardigheid van de belastingheffing in het geding.
De regering wordt in de motie opgeroepen om jaarlijks bij de Prinsjesdagstukken te rapporteren over de ontwikkeling van de marginale druk. Verder wordt de regering verzocht om in de jaarlijkse besluitvorming in aanloop naar het Belastingplan expliciet na te gaan hoe de extremen in marginale druk verder verminderd kunnen worden.
(Stemmingsuitslagen Eerste Kamer, EK 34 785, EK 34 786 en EK 34 819)
Noot:
Zie voor eerdere berichtgeving hierover de artikelen in Financieel Actief:
Prinsjesdag 2017
Ontwikkelingen rondom Belastingplan 2018
Na de aanname door de Eerste Kamer zijn ook de relevante fiscale cijfers gepubliceerd.
(januari 2018)