Fiscale Verzamelwet 2014: het kan scherper

Kees van Oostwaard Athora

Op 3 juni 2014 is het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2014 bij de Tweede Kamer ingediend. Vervolgens is op 27 juni al de Nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer verzonden. Gelet op het geringe aantal vragen dat is gesteld en het karakter van die vragen, kan worden verwacht dat het wetsvoorstel vrij snel door de Tweede Kamer zal worden geloodst.
Het wetsvoorstel bevat een tweetal interessante onderdelen. Een op het terrein van de eigen woning en een op het terrein van gouden handdrukken. In deze korte bijdrage bespreek ik beide onderdelen.

De eigen woning: herstel fout annuitaire lening toch mogelijk?

Op het terrein van de eigen woning bevat het wetsvoorstel een aanpassing. Het gaat dan om bestaande schulden die op enig moment geen eigenwoningschuld zijn, maar op een later moment wel (weer) zouden kunnen kwalificeren.
De Memorie van Toelichting zegt hierover onder meer het volgende:
'Het kan ook voorkomen dat eenzelfde schuld aanvankelijk kwalificeert als eigenwoningschuld, daarna tijdelijk niet aan de fiscale voorwaarden voldoet en later wel weer als eigenwoningschuld is aan te merken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als over een kalenderjaar niet aan de informatieverplichting (artikel 3.119g van de Wet IB 2001) wordt voldaan, maar het kalenderjaar daarna weer wel.’
Ook wordt het voorbeeld genoemd van een schuld die is aangegaan voor de aankoop van een tweede woning. Een tweede woning valt uiteraard in box 3 en dus is de rente voor die schuld niet in box 1 aftrekbaar. Maar als die woning op enig moment als eigen woning gaat fungeren (dus anders dan tijdelijk als hoofdverblijf bewoond gaat worden), zou de schuld een eigenwoningschuld kunnen worden. Probleem op dit moment is echter dat de schuld in veel van dergelijke gevallen niet vanaf de aanvang een annuitaire lening is geweest.
De huidige wettekst wordt daarom uitgebreid. Voor de toepassing van de annuitaire aflossingsformule gaat gelden dat het aflossingsschema voor de (opnieuw) kwalificerende eigenwoningschuld moet worden gebaseerd op de rentevoet die geldt op het moment waarop de bestaande schuld (opnieuw) kwalificeert als een eigenwoningschuld. Verder moet - maar dat ligt ook voor de hand - rekening worden gehouden met het reeds verstreken deel van de dertigjaarstermijn.
Vraag is of met deze wijziging eigenwoningbezitters hiermee ook fouten die zijn gemaakt bij het aangaan van de lening bestemd voor de eigen woning, kunnen repareren.

Gouden handdrukstamrecht: 80%-regeling mogelijk bij gedeeltelijke afkoop?

Sinds 1 januari van dit jaar is het mogelijk om zonder fiscale sanctie een gouden handdrukstamrecht volledig op te nemen. Daarbij kan bij opname in 2014 ook gebruik worden gemaakt van de zogenoemde 80%-regeling.
Op basis van de huidige wettekst geldt een gedeeltelijke opname als een volledige opname. Dat is geen probleem voor de fiscale sanctie (revisierente; die geldt niet meer), maar het betekent wel dat over het volledige tegoed direct belasting moet worden betaald. Het wetsvoorstel moet duidelijk maken dat slechts over het opgenomen tegoed belasting hoeft te worden betaald.
De wettekst over de 80%-regeling 1) verwijst naar het voorgestelde lid 2) waarin staat dat het stamrechttegoed geheel of gedeeltelijk mag worden opgenomen. Door die verwijzing is het niet erg duidelijk of bij een gedeeltelijke opname in 2014 ook de 80%-regeling mag worden toegepast. Het antwoord op een vraag aan de staatssecretaris is echter kraakhelder. De 80%-regeling is niet van toepassing bij gedeeltelijke opname van het tegoed in 2014. De motivering is als volgt:
‘Bij het eveneens toepassen van de belastingkorting van 20% bij onvolledige afkoop zou de vraag opkomen of deze korting dan ook niet toegepast zou moeten worden op reguliere periodieke uitkeringen (het verschil tussen een gedeeltelijke afkoop en een reguliere afkoop kan minimaal zijn). Indien deze vraag – in verband met de uitvoeringsaspecten – bevestigend wordt beantwoord, zal de uitbreiding van de 80%-regeling uiteraard niet bijdragen aan de doelstelling de overheidsfinanciën op orde te krijgen.’
Einde verhaal, zo lijkt het. Of de Kamerleden moeten hier geen genoegen mee nemen en bijvoorbeeld via een amendement toch deze mogelijkheid afdwingen. Mijn inschatting is dat de kans hierop niet al te groot is. Desalniettemin zou een duidelijkere formulering van de wettekst op zijn plaats zijn.

Afsluiting

Het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2014 komt met een verfijning op het terrein van de annuïtaire aflossingseis bij eigenwoningschulden. Vraag is of deze aanpassing ook de mogelijkheid biedt tot herstel van fouten bij het aangaan van een (hypotheek)schuld voor de eigen woning.
De toelichting bij het wetsvoorstel brengt op het terrein van de gouden handdrukstamrechten bij gedeeltelijke opname van het tegoed meer duidelijkheid, maar helaas niet de gehoopte verruiming van de 80%-regeling.

1) Artikel 39f, derde lid Wet op de loonbelasting 1964
2) Artikel 39f, tweede lid Wet op de loonbelasting 1964