Alleen voor eenmalige (slot)uitkering stamrecht geldt loonbelastingfaciliteit

Een man is directeur-grootaandeelhouder van een BV en heeft in 2009 bij de BV een stamrecht (periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon) bedongen.
De maandelijkse uitkeringen gaan direct in 2009 in. De oorspronkelijke afspraak was dat de uitkeringen zouden lopen tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd of eerder overlijden. Uiteindelijk lopen de uitkeringen tot en met augustus 2014 en volgt er een slotuitkering. Van de slotuitkering is 80% in de loonheffing betrokken. De man doet aangifte inkomstenbelasting over 2014. Vervolgens maakt hij daartegen bezwaar en corrigeert zijn aangifte dusdanig dat zowel de slotuitkering als de maandelijkse uitkeringen uit het stamrecht voor 80% wordt belast.
Na ongegrondverklaring van het beroep door de rechtbank, overweegt Hof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep dat de stamrechtvrijstelling op 1 januari 2014 is vervallen en dat de op 31 december 2013 bestaande regels van toepassing blijven. Via de Fiscale verzamelwet 2014 is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 geregeld dat uitkering van een stamrecht ook ineens kan plaatsvinden. Alleen voor het jaar 2014 geldt dat bij ineens beschikken over de aanspraak door de werknemer, 80% van de waarde van die aanspraak in aanmerking wordt genomen. Het hof haalt uitgebreid de wetsgeschiedenis van de Fiscale verzamelwet 2014 aan en acht de stelling van belanghebbende dat alle uitkeringen in 2014 voor 80% in aanmerking moeten worden genomen, onjuist.
De stellingname van de man dat de uitkeringen tot en met augustus als een voorschot moeten worden beschouwd, maakt hij niet aannemelijk.
Het beroep wordt ongegrond verklaard.
(Hof Arnhem-Leeuwarden, 11 december 2018, nr. 18/00368, ECLI:NL:GHARL:2018:10717)

Noot:

Zowel de wettekst (door het woord ‘ineens’) als de toelichting op het wetsvoorstel zijn duidelijk. Daarmee vallen de reguliere maandelijkse uitkeringen niet onder de faciliteit waarbij slechts 80% van de waarde van de aanspraak kon worden belast. Deze faciliteit gold alleen in 2014. Met ingang van 2014 geldt bij afkoop van een stamrecht geen revisierente (maximaal 20%) meer. Die regel geldt nog steeds.

(april 2019)