Eind deze zomer heeft de Belastingdienst een brief gestuurd aan iedereen die in 2015 een lijfrente heeft afgekocht. Het gaat met name om mensen die de afkoopsom niet of niet juist in hun aangifte over 2015 hebben ingevuld. De Belastingdienst verzoekt de brief eventueel te overhandigen aan de (fiscaal) adviseur om zo de aangifte te controleren en eventueel te verbeteren. Dit om een mogelijke boete te voorkomen.
De Belastingdienst krijgt op grond van het loonheffingen- en renseigneringsproces fiscale gegevens door van onder meer banken en verzekeraars over het afgekochte lijfrente(n). Deze gegevens worden vergeleken met de gegevens in de aangifte. Als het gaat om de afkoop van een oud regime lijfrente (voor 1992 tegen koopsombetaling en voor 16 oktober 1990 tegen premiebetaling gesloten), dan is géén revisierente verschuldigd. In alle andere gevallen wel als de afkoopwaarde meer bedraagt dan € 4.281 (grensbedrag ‘kleine lijfrente’ in 2015). In beide afkoopsituaties houdt de verzekeraar loonbelasting in op de afkoopwaarde. Bij een oud regime lijfrente volgens de groene ‘tabel bijzondere beloningen’ en in overige gevallen volgens het vaste tarief van 52%.
De verbeterde aangifte moet vóór 13 september 2016 bij de Belastingdienst binnen zijn. Wanneer de particulier geen actie onderneemt, kan hem dit geld gaan kosten!
Noot:
De verbeterde aangifte moest vóór 13 september 2016 bij de Belastingdienst binnen zijn. Het is uiteraard – nu deze datum verstreken is – nog wel mogelijk om bezwaar te maken tegen de aanslag als deze is gebaseerd op een verkeerde aangifte.
Op zich is het vreemd dat de Belastingdienst niet eerder, namelijk vóór het invullen van de betreffende aangifte, op het belang van een juiste invulling heeft gewezen en de informatie heeft verstrekt die daarbij hoort. Het gaat om ingewikkelde materie. Zo mag de afkoopsom bij niet oud regime lijfrentes in sommige situaties nog worden verminderd met aantoonbaar niet-afgetrokken premies. Over deze gegevens beschikt de klant. Deze waarde kan de verzekeraar niet opgeven! Vervolgens moet bij afkoop van een lijfrente de afkoopsom en de eventueel ingehouden revisierente op verschillende plaatsen in de aangifte worden ingevuld. Waarschijnlijk heeft de Belastingdienst onderkend dat de hoeveelheid niet of niet juist ingevulde afkoopsommen in de aangifte niet moedwillig is veroorzaakt, maar vanuit onwetendheid en complexiteit van de regeling.
Tot slot bestaat de mogelijkheid om ‘middeling’ toe te passen, als een klant een eenmalige (hoge) afkoopsom voor een lijfrente heeft ontvangen. Bij middeling wordt op verzoek over een aaneengesloten tijdvak van drie hele kalenderjaren het verschil berekend van de belasting die is geheven en die verschuldigd zou zijn als in ieder jaar een derde van het totale belastbaar inkomen in deze drie jaren belast zou zijn geweest. Voorwaarde is dat de teruggaaf een bepaald minimumbedrag bedraagt (in 2016: € 545).
Hieronder volgt een voorbeeld.
Het inkomen van een man bedraagt jaarlijks € 40.000. In 2013 koopt de man zijn lijfrente af. De ontvangen afkoopsom bedraagt € 60.000, waardoor zijn inkomen in 2013 uitkomt op € 100.000. De jaren daarna bedraagt zijn inkomen weer € 40.000. Wanneer hij middeling toepast over de jaren 2013, 2014 en 2015, krijgt hij circa
€ 3.000 inkomstenbelasting terug. Zie in de bijlage de berekening middelingsteruggaaf 2013 - 2015.
(oktober 2016)