De inwerkingtreding van het belastingverdrag met Duitsland was oorspronkelijk beoogd voor 1 januari 2014. Na diverse malen uitstel en beantwoording van Kamervragen in de Eerste Kamer over het niet uitbreiden van de overgangsregeling, is de Eerste Kamer op 19 mei 2015 akkoord gegaan met het nieuwe belastingverdrag met Duitsland. Nu er volledige goedkeuring is van het parlement rest nog de uitwisseling van de akten van bekrachtiging. Wanneer deze uitwisseling plaatsvindt vóór 1 november 2015 zal het verdrag per 1 januari 2016 van toepassing zijn.
Noot:
De uitwisseling van bekrachtiging is normaal gesproken een formaliteit waardoor het nu zo goed als zeker is dat het nieuwe belastingverdrag met Duitsland per 1 januari 2016 van toepassing zal zijn. Een belangrijke verandering ten opzichte van het huidige verdrag, is de verdeling van de heffingsbevoegdheid over in Nederland opgebouwde (private) rechten op pensioen of lijfrente. Onder het nieuwe verdrag is de heffing op deze aanspraken aan Nederland toegewezen als de totale bruto uitkering in een kalenderjaar meer is dan € 15.000. Als gevolg hiervan zal bij grotere uitkeringen aan in Duitsland wonende klanten veelal loonheffing moeten worden ingehouden. De Nederlandse belasting kan dan verrekend worden met de Duitse belasting. De Belastingdienst zal bovendien geen nieuwe verklaringen voor pensioen- en lijfrenteverzekeringen afgeven om inhouding achterwege te laten.
(Staatsblad 2015, nr. 198 en Wetsvoorstel tot goedkeuring Belastingverdrag Nederland Duitsland, Eerste Kamer, Kamerstukken 33 615)