CAP publiceert twee nieuwe Vragen en Antwoorden

Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) heeft deze zomer twee nieuwe Vragen & Antwoorden (V&A) op haar website geplaatst. Wij behandelen deze in het kort.

Vraag & Antwoord 15-001 d.d. 260615
Deze V&A gaat over de waardering van de verplichting van het partnerpensioen in eigen beheer na echtscheiding. De fiscale waardering mag plaats (blijven) vinden op basis van de gegevens van de ex-partner. Zodra een nieuwe partner voor het partnerpensioen kwalificeert, zijn de gegevens van deze nieuwe partner bepalend voor de fiscale waardering. Daarnaast kan men uiteraard gebruik blijven maken van de mogelijkheid tot uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen, waarbij weer terug geruild kan worden zodra er een nieuwe partner is. 

Vraag & Antwoord 14-011 d.d. 120615
Deze V&A gaat over de samenloop van twee eerdere in hetzelfde besluit opgenomen tegemoetkomingen voor partner- en wezenpensioen dat op risicobasis is verzekerd.

  • De eerste tegemoetkoming heeft betrekking op zogenoemde ‘combinatieregelingen’. Dit zijn regelingen, waarbij het ouderdomspensioen (en het partnerpensioen ingaand ná de pensioendatum) volgens het middelloon- of beschikbare premiestelsel is (zijn) verzekerd. Het partner(- en wezen)pensioen ingaand vóór de pensioendatum is op risicobasis verzekerd en de hoogte daarvan is vastgesteld volgens het eindloonstelsel. In deze situatie zouden eigenlijk twee verschillende AOW-franchises moeten worden gebruikt, omdat er sprake is twee verschillende stelsels. In het besluit wordt goedgekeurd dat de laagste van beide franchises (de middelloonfranchise) tot 1 januari 2018 mag worden gebruikt.
  • De tweede tegemoetkoming gaat ook over een op risicobasis verzekerd partner- en wezenpensioen dat ingaat voor de pensioendatum. Bij het bepalen van de dienstjaren vóór de inperking van een fiscaal pensioenkader (zoals per 1 januari 2014 op grond van de Wet VAP en per 1 januari 2015 op grond van Witteveen 2015) kan worden uitgegaan van de tot deze inperkingsdatum geldende fiscale pensioenopbouwruimte.

De vraag is of samenloop tussen beide goedkeuringen is toegestaan, zodat deze gecombineerd kunnen worden toegepast?
Bij de toepassing van een combinatie van beide tegemoetkomingen zou een nieuw doel ontstaan, waardoor de ruimte voor op risicobasis verzekerd partner- en wezenpensioen groter zou worden dan de ruimte voor partner- en wezenpensioen dat op kapitaalbasis gedekt is. Dit vindt het CAP niet de bedoeling. Het CAP geeft daarom aan dat een samenloop van beide goedkeuringen niet is toegestaan.
(Bronnen: Besluit van 23 september 2014, nummer BLKB2014/1702M; Vraag en Antwoord 14-011 d.d. 120615;Vraag en Antwoord 15-001 d.d. 260615)

 

Noot:


Het CAP geeft bij de waardering van het partnerpensioen in eigen beheer een praktische uitleg aan de waarderingssystematiek. Het is wel vreemd dat deze Vraag en Antwoord op de website is gepubliceerd onder de rubriek “V&A-Handreikingen pensioen LB” en niet onder de rubriek “V&A pensioen Vpb”.
Wij kunnen de uitleg wel billijken die het CAP geeft aan de samenloop van deze twee separate goedkeuringen voor op risicobasis verzekerd partner- en wezenpensioen en de hierbij gebruikte motivering. Door gecombineerd gebruik van beide goedkeuringen zouden de fiscale grenzen onbedoeld worden opgerekt.