Met ingang van 1 januari 2016 is in de wet vastgelegd dat fiscale partners bij het doen van aangifte kunnen vragen om de uitkering fictief voor de helft aan elke partner toe te rekenen. Op die manier kan gebruik worden gemaakt van de uitkeringsvrijstelling van beide partners ook al is slechts een van de partners begunstigde. Zonder deze maatregel kan in de situatie van één begunstigde van de uitkering ook slechts één keer de uitkeringsvrijstelling worden toegepast.
Dit geldt zowel voor de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW) als de kapitaalverzekeringen die zijn afgesloten vóór 1 januari 2001 en onder het overgangsrecht vallen.
Voor uitkeringen gedaan vóór 1 januari 2016 heeft de staatssecretaris in een beleidsbesluit goedgekeurd dat eerder opgelegde definitieve aanslagen ambtshalve verminderd kunnen worden. Dit betekent dat de belastingplichtige een verzoek om ambtshalve vermindering kan doen als er minder dan vijf jaar zijn verlopen na het einde van het kalenderjaar waarop de aanslag betrekking heeft. Hierdoor kunnen partners alsnog gebruik maken van de dubbele uitkeringsvrijstelling. Aan deze goedkeuring worden de volgende voorwaarden verbonden:
- in het kalenderjaar waarin de uitkering is gedaan had de gerechtigde een partner;
- de gerechtigde en de partner doen een gezamenlijk verzoek om de uitkering aan beiden voor de helft
toe te rekenen; - de uitkering voldoet aan de vrijstellingsvoorwaarden;
- op het verzoek kan niet worden teruggekomen.
Als de kapitaalverzekering of de KEW in het kader van de beëindiging van het partnerschap tot uitkering komt of is gekomen, kunnen de gewezen partners zich wenden tot de Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Team Brieven en beleidsbesluiten. De staatssecretaris zal dan beoordelen of in die situatie ook de tegemoetkoming kan worden verleend. Dit geldt ook voor een kapitaalverzekering of een KEW/SEW/BEW die na 1 januari 2016 tot uitkering komt of is gekomen.
(Bron: Besluit staatssecretaris van Financiën 4 februari 2016, nr. BLKB2016/33M)
Noot:
De wetswijziging is op Prinsjesdag aangekondigd in het wetsvoorstel Belastingplan 2016. In de toelichting kondigde de regering al het besluit aan met een maatregel voor reeds ontvangen uitkeringen in het (recente) verleden.
Het besluit is een tegemoetkoming voor situaties, waarbij aanslagen onherroepelijk vast staan. Staat de aanslag over het jaar waarin de uitkering heeft plaatsgevonden nog niet onherroepelijk vast, dan kan de belastingplichtige nog bezwaar maken tegen de aanslag.