Evaluatie eigenwoningregeling: mogelijke defiscalisering eigen woning of naar box 3

Het ministerie van Financiën voert een evaluatie van de eigenwoningregeling uit. Om de effecten op de welvaart, het domein van de woningmarkt en de huizenprijzen van vijf huidige fiscale regelingen in kaart te brengen is het Centraal Planbureau (CPB) door het ministerie ingeschakeld om met het CPB-woningmarktmodel een analyse te maken. Naast vijf bestaande fiscale regelingen, te weten: 1) beperking renteaftrek, 2) uitfasering Wet Hillen, 3) invoering toptarief eigenwoningforfait, 4) invoering aflossingseis van dertig jaar, 5) invoering tariefbeperking aftrek kosten eigen woning, zijn drie potentiële eindbeelden van de eigenwoningregeling onderzocht. Deze eindbeelden zijn:

  1. defiscalisering van de eigen woning;
  2. a. verplaatsing van de eigen woning naar box 3 met eerste € 300.000 vrijgesteld; en
  1. b. verplaatsing van de eigen woning naar box 3 met algemene vrijstelling van € 300.000.

De effecten die in kaart zijn gebracht gaan over de lange termijn rekening houdend met de invoering van de vijf genoemde bestaande fiscale regelingen en de eventueel in te voeren eindbeelden (‘ex-post’). In het woningmarktmodel is het gedrag van aanbieders en woninggebruikers gemodelleerd waarbij wordt aangenomen dat zij rationeel handelen en alle beschikbare informatie gebruiken om tot een keuze te komen.
De ex-post effecten van de vijf bestaande fiscale regelingen leiden volgens de uitkomsten tot een structurele welvaartswinst van 0,25% van het bbp. Daarnaast dalen huizenprijzen structureel met 3,5%. Het aandeel van huurwoningen in de totale woonconsumptie neemt toe met 1,11%. Ook de ex-post effecten van de potentiële eindbeelden zijn onderzocht waarbij wordt uitgegaan van een afschaffing van de overdrachtsbelasting van 2% voor woningen. Van de drie onderzochte eindbeelden zijn de effecten na een mogelijke invoering van optie 2b – woning naar box 3 met een algemene vrijstelling van 300.000 euro – in alle categorieën het grootst. De structurele welvaartswinst stijgt met 0,66%, de huizenprijzen dalen structureel met 8,57% en het aandeel van huurwoningen stijgt met 5,03%.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek komt het kabinet met een reactie in het vierde kwartaal van 2019.
(CPB notitie ‘Ex-post effecten woningmarktmaatregelen’, juli 2019 en brief staatssecretaris van Financiën, 4 juli 2019, kenmerk  2019-0000106433)

(september 2019)