Op 2 september heeft staatssecretaris Vijlbrief de evaluatie van nettopensioen en nettolijfrente naar de Tweede Kamer gezonden. Het rapport is opgesteld door Willis Towers Watson en is gedateerd op 20 januari 2020.
De opbouw van gefaciliteerd pensioen is in 2015 afgetopt op € 100.000. Voor pensioenopbouw boven deze grens zijn de regelingen voor nettopensioen en nettolijfrente geïntroduceerd.
Ongeveer 200.000 mensen komen op grond van hun inkomen in aanmerking voor deelname. Circa 35.000 personen nemen deel aan nettoregelingen. Hierbij gaat het vrijwel altijd om nettopensioen. De participatiegraad ligt een stuk lager dan de ruime 50% die bij introductie werd verwacht. Gelet op het feit dat de uitvoering van de regelingen als relatief duur wordt gezien - in combinatie met de lage participatiegraad - is het aanbieden van de regelingen voor uitvoerders weinig aantrekkelijk. Aanbod vindt toch plaats om drie redenen:
- het geheel aan pensioenregelingen in een hand houden;
- paternalistische overwegingen;
- de kans op mogelijke toekomstige ontwikkelingen in pensioenwetgeving.
Deelname aan de regelingen is sinds de invoering aantrekkelijker geworden door wijzigingen rondom de vermogensrendementsheffing, de invoering van de Wet verbeterde premieregeling en de verbetering van de regels voor inkoop in de basisregeling. Dit heeft niet geleid tot een toegenomen deelname.
Het budgettaire beslag bedraagt momenteel ongeveer € 5 miljoen (bij een belegd vermogen van circa € 550 miljoen eind 2018). Naar verwachting loopt dit op tot € 25 miljoen.
De opstellers van het rapport concluderen voorzichtig dat de vrijstelling een doel dient. Zij geven ook aan dat de onnodige complexiteit verminderd moet worden. Zo mag voor nettopensioenen maximaal de 3%-staffel worden gehanteerd, terwijl voor brutoregelingen ruimere kostprijsstaffels mogen worden toegepast. Daarnaast wordt in het rapport voorgesteld de zogenaamde eventtoets bij de 3%-staffel af te schaffen. Een andere aanbeveling is om te onderzoeken of verruiming van mogelijkheden tot waardeoverdracht of afkoop van kleine nettopensioenen mogelijk is. Een grote aanpassing die wordt voorgesteld is het laten vervallen van de aftoppingsgrens voor de risicodekking van het partnerpensioen. Op die manier worden kleinere ondernemingen in staat gesteld om toch een risicodekking bij overlijden voor het salarisdeel boven de inkomensgrens toe te zeggen.
(Brief staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, 2 september 2020, kenmerk 2020-0000127471 en Evaluatie vrijstelling voor nettopensioen en nettolijfrente, 20 januari 2020)
(september 2020)