Mocht sprake zijn van een ‘no deal Brexit’ en het Verenigd Koninkrijk daarmee een zogenaamd derde land worden, zullen zonder maatregelen personen en bedrijven direct geconfronteerd worden met een andere fiscale behandeling dan voor de Brexit. Burgers die in het Verenigd Koninkrijk wonen en in Nederland belasting betalen (buitenlands belastingplichtigen) verliezen dan bijvoorbeeld het recht op bepaalde aftrekposten zoals de hypotheekrenteaftrek en recht op heffingskortingen. Diverse fiscale regelingen maken namelijk onderscheid tussen wonen in een EU-land of daarbuiten.
Ook voor bedrijven worden de mogelijkheden van overgangsrecht onderzocht. Daarbij staat echter niet het (tijdelijk) continueren van een bepaald fiscaal voordeel voorop, maar is het beoogde doel te voorkomen dat acute (fiscale) gevolgen en administratieve lasten optreden (waaronder compartimenteringsvraagstukken).
Staatssecretaris Snel van Financiën geeft aan dat momenteel het goedkeurende beleidsbesluit wordt voorbereid. Daarbij bekijkt Financiën per belastingmiddel of overgangsrecht wenselijk is.
(Brief staatssecretaris van Financiën, 4 februari 2019, kenmerk 2019-0000017605)
(februari 2019)