Flexibele AOW-leeftijd

In opdracht van het ministerie van SZW heeft SEO Economisch Onderzoek de behoefte en toegevoegde waarde van een flexibele AOW-leeftijd onderzocht. De opdracht werd uitgezet naar aanleiding van het initiatiefwetsvoorstel om de AOW-leeftijd te flexibiliseren.
Uit het onderzoek blijkt dat een deel van de werkenden met een lager inkomen, een lage opleiding en weinig vermogen tot slechts 4 maanden eerder kunnen stoppen met werken bij een flexibele AOW-leeftijd. Daarbij was het uitgangspunt dat het inkomen niet onder het sociaal minimum zakt. Werkenden met de hoogste inkomens, opleidingen en vermogens kunnen tot ongeveer 39 maanden eerder stoppen met werken. Van de 39 maanden zijn 3,2 flexibele AOW-maanden.
Het is voor werkenden al mogelijk om eerder te stoppen met werken via deeltijdpensionering. Hier wordt echter niet veel gebruik van gemaakt door een gebrek aan kennis van de mogelijkheden. Als er al gebruik van wordt gemaakt zijn het vooral werkenden met een hoger inkomen. Daarnaast kunnen veel werkenden met een laag inkomen op dit moment niet eens eerder met pensioen. Met een flexibele AOW-leeftijd betreft het slechts vier maanden eerder. Bij deze groep zal de behoefte überhaupt niet groot zijn want het betekent in veel gevallen dat het inkomen terugzakt naar het sociaal minimum. Uit een enquête, als onderdeel van het onderzoek, blijkt dat een flexibele AOW-leeftijd uiteindelijk geen invloed heeft op de arbeidsparticipatie en de keuze van de pensioenleeftijd. Kortom, de behoefte voor een flexibele AOW-leeftijd is niet groot en heeft ook geen baten. Het levert de samenleving bovendien onnodige kosten op.
(SEO-rapport nr. 2017-48, juli 2017)

(september 2017)