Een vrouw sluit in 1995 een lijfrenteverzekering. Deze verzekering expireert in april 2018. De vrouw laat het expiratiekapitaal van ruim € 20.000 rechtsreeks storten op een lijfrenterekening. In haar aangifte inkomstenbelasting over 2018 brengt zij bijna € 4.000 aan uitgaven voor inkomensvoorzieningen in mindering op haar inkomen.
Na weigering van de aftrek door de Belastingdienst, afwijzing van het bezwaar en ongegrondverklaring van het beroep bij de rechtbank stelt het hof vast dat sprake is van waardeoverdracht. Het zijn geen premies voor lijfrenten die de vrouw in 2018 heeft betaald. Overdracht naar een andere uitvoerder geeft geen recht op aftrek. Toestaan van aftrek zou leiden tot dubbele aftrek. Het hof oordeelt dat de inspecteur de aftrek terecht heeft geweigerd en verklaart het beroep ongegrond.
(Hof 's-Hertogenbosch, 15 januari 2025, nr. 23/166, ECLI:NL:GHSHE:2025:77)
(april 2025)