Geen volledig gelijk speelveld aanbieder en intermediair

 

Volgens minister Dijselbloem is een volledig gelijk speelveld voor aanbieder en intermediair niet mogelijk. Dat heeft de minister geantwoord op Kamervragen van CDA-kamerlid Van Hijum. Van Hijum stelde de vragen naar aanleiding van het ingevoerde provisieverbod.
Het Kamerlid stelde ook vragen over het uitstel tot 30 juni 2013 dat Rabobank van de AFM heeft gekregen om het afgekeurde ‘no cure no pay’-model aan te passen.
Volgens de minister wordt het gelijke speelveld vooral bevorderd ‘door de klant zo goed mogelijk te informeren over de dienstverlening en de kosten daarvan in een zo vroeg mogelijk stadium’. De minister stelt ook vast dat het voor zowel banken als het intermediair mogelijk is om gratis oriënterende gespreken te voeren met consumenten. In zoverre is er dus sprake van een gelijk speelveld, aldus de minister. Maar omdat aanbieders en intermediair verschillende groepen financieel dienstverleners gaat, verschillen wij van elkaar een kunnen zij niet volledig gelijk behandeld worden. Wel is getracht om in de wetgeving ‘zo veel mogelijk gelijke prikkels op te nemen’. Die prikkels zijn er op gericht om de gewenste cultuuromslag te maken van product gedreven verkoop naar klantgerichte advisering.
(Brief van 18 maart van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer; kenmerk FM/2013/454 U)