Groot aantal vernieuwde V&A’s verschenen

Op 26 en 27 oktober van dit jaar is een groot aantal vragen en antwoorden (deels opnieuw) verschenen op het gebied van pensioenen en stamrechten op www.belastingdienstpensioensite.nl. In de meeste gevallen gaat het om simpele onderhoudsmaatregelen van bestaande publicaties zoals de aanpassing van wetsverwijzingen, jaartallen en cijfers. In andere gevallen zijn meer ingrijpende wijzigingen te herkennen zoals de aanpassingen die te maken hebben met de afschaffing van het pensioen in eigen beheer.[1]

Noot:

Een update van vragen en antwoorden is altijd goed, zo niet noodzakelijk. We lichten de meest in het oog springende V&A uit.

Vraag &Antwoord 10-001

Een belangrijke en tevens verwarrende wijziging vinden we terug in Vraag & Antwoord 10-001 dat ziet op de redelijke termijn voor de aankoop van een recht op pensioen- of stamrechtuitkeringen. Het onderstaande is onze uitleg van de V&A, maar helemaal helder is de V&A niet. Hopelijk komt die duidelijkheid er op korte termijn wel.
In de nieuwe versie is een nuancering opgenomen ten aanzien van pensioenen in het geval van uitkering bij leven. In het kort wordt, in het geval van uitstel van de in de pensioenregeling vastgestelde pensioeningangsdatum tijdens de redelijke termijn, die redelijke termijn verlengd met de periode tussen de expiratiedatum van de pensioenpolis en de uitgestelde, nieuwe pensioeningangsdatum. Bij pensioen is uitstel van de ingangsdatum mogelijk tot uiterlijk de AOW-leeftijd plus vijf jaar. Ten aanzien van stamrechten blijft een redelijke termijn gelden van zes maanden na expiratie.

Om de wijziging bij pensioen te illustreren geven we een voorbeeld:

Voorbeeld

Jan ontvangt vanaf zijn 66e AOW-uitkeringen, zijn pensioeningangsdatum op de datum wanneer hij de leeftijd van 67 jaar bereikt. Hij wil de ingangsdatum van zijn pensioenuitkeringen maximaal uitstellen.

Vraag:

Hoe lang bedraagt de periode van de redelijke termijn voor Jan indien hij zijn pensioenuitkeringen maximaal uitstelt:

  1. Vóór de expiratiedatum? Of;
  2. Na de expiratiedatum, maar tijdens de redelijke termijn?

Voordat het antwoord duidelijk wordt is het goed om een duidelijk onderscheid te maken in de gebruikte terminologie in het Vraag & Antwoord:

  • De reguliere redelijke termijn bedraagt zes maanden (67 jaar en 6 maanden in het voorbeeld);
  • Uitstel van de pensioeningangsdatum bedraagt maximaal 5 jaar na de geldende AOW-leeftijd (66 + 5 = 71 jaar in het voorbeeld).

Antwoord 1)

Jan stelt de pensioeningangs- en (daarmee) de expiratiedatum maximaal uit nog vóór dat de reguliere pensioeningangsdatum op 67-jarige leeftijd is bereikt. Dit betekent dat nieuwe expiratie- en pensioeningangsdatum op 71-jarige leeftijd ligt. Dan vangt de redelijke termijn van 6 maanden pas aan. Dit betekent dat zijn pensioenuitkeringen uiterlijk op 71 jaar plus 6 maanden moeten ingaan.

Hieronder de tijdlijn:

Antwoord 2)

Jan stelt nu (na expiratie van de polis) de pensioeningangsdatum maximaal uit tijdens de redelijke termijn die 6 maanden duurt en uiterlijk eindigt op leeftijd 67 plus 6 maanden. De nieuwe expiratie- en pensioeningangsdatum ligt net zoals bij Antwoord 1) op 71-jarige leeftijd. De redelijke termijn was al aangevangen op 67-jarige leeftijd en wordt in dit geval verlengd tot de nieuwe expiratie- en pensioeningangsdatum, dus de 71-jarige leeftijd.

Hieronder de tijdlijn:

[1] Zie bijvoorbeeld Vraag & Antwoord 08-058, 08-079 en 17-001.