Hoge Raad: geen compensatie box 3 bij te laat bezwaar

Hoge Raad: geen compensatie box 3 bij te laat bezwaar

Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad in zijn arrest over de heffing in box 3 geoordeeld dat het sinds 2017 geldende forfaitaire stelsel op stelselniveau in strijd is met het recht op eigendom en het gelijkheidsbeginsel uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

Vervolgens is aan de Hoge Raad de vraag voorgelegd of de op rechtsherstel gerichte compensatie bedoeld in het hiervoor genoemde arrest, ook moet worden geboden aan degene die niet tijdig bezwaar heeft gemaakt, maar wiens bezwaren zijn aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering. De persoon in kwestie heeft te laat bezwaar gemaakt tegen de aanslagen over de jaren 2015 tot en met 2018. De inspecteur heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard en deze aangemerkt als verzoeken om ambtshalve vermindering.

Als aan bepaalde - bij de wet gestelde voorwaarden - is voldaan, kan een inspecteur een aanslag die te hoog is vastgesteld, alsnog ambtshalve verminderen. Voorwaarde is onder meer dat de onjuistheid van de aanslag niet voortvloeit uit jurisprudentie die pas is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk vast is komen te staan (en de Minister van Financiën ook niet anders heeft bepaald).

De Hoge Raad oordeelt over 2015 en 2016 dat het arrest van 24 december 2021 geen wijziging brengt in zijn oordeel over de jaren 2015 en 2016. Rechtsherstel is dan slechts mogelijk als de box 3-heffing een individuele en buitensporige last oplevert. Maar dat is in deze zaak niet het geval.

Over de jaren 2017 en 2018 oordeelt de Hoge Raad dat het verzoek van de belastingplichtige om ambtshalve vermindering van de aanslagen niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. De onjuistheid van de opgelegde aanslagen voor de jaren 2017 en 2018 vloeit voort uit het box 3-arrest van 24 december 2021. En op die datum waren die aanslagen al onherroepelijk. Verder heeft de minister van Financiën niet bekendgemaakt dat van deze voor ambtshalve vermindering gestelde voorwaarde kan worden afgeweken.

(Hoge Raad, 20 mei 2022, zaaknummer 21/04407, ECLI:NL:HR:2022:720)

Noot:

Hoewel in vergelijkbare gevallen teleurstelling over dit arrest zal overheersen, is de uitspraak juridisch gezien logisch (en werd ook verwacht). Het is nu aan de politiek om te beslissen of er compensatie komt voor de box-3-heffing voor de groep die geen bezwaar heeft gemaakt.

(juni 2022)