Op 22 december 2021 zijn diverse wijzigingen op het lijfrentebesluit in de Staatscourant gepubliceerd.
Het wijzigingsbesluit bevat twee goedkeuringen voor situaties waarin De Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële Markten maatregelen heeft getroffen waardoor voor lopende lijfrente-uitkeringen niet langer kan worden voldaan aan de voorwaarde ‘vast en gelijkmatig’. Ook is een goedkeuring opgenomen voor de situatie waarin een restsaldo ontstaat bij een lijfrente die wordt uitgekeerd in de vorm van beleggingseenheden.
Daarnaast is paragraaf 4.2.4 - dat gaat over de niet-natuurlijk persoon als erfgenaam - verduidelijkt en uitgebreid met een onderscheid tussen ingegane en nog niet-ingegane uitkeringen uit een nabestaandenlijfrenterekening of -lijfrentebeleggingsrecht. Verder is een goedkeuring opgenomen die het voor een nabestaande mogelijk maakt de lijfrentetermijnen over een kortere periode te laten lopen dan de minimale looptijd van 20 jaar. Dat is mogelijk als die nabestaande op het moment van gerechtigd worden tot het nabestaandenlijfrentekapitaal al de AOW-leeftijd heeft bereikt.
Het besluit is op 23 december 2021 in werking getreden.
(Besluit van 13 december 2021, nr. 2021-22413, Staatscourant Nr. 48029)
(januari 2022)