Een man is wegens onbehoorlijk bestuur als directeur van een stichting in Nederland veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Hiervoor is loonbeslag gelegd.
De man woont in Duitsland. In 2016 ontvangt hij vanuit Nederland een Anw-uitkering, een pensioen van een pensioenfonds en winst uit onderneming. Het bruto inkomen van de Anw-uitkering en het pensioen tezamen bedraagt meer dan € 15.000. Hij is van mening dat voor de vaststelling van het bedrag rekening moet worden gehouden met het loonbeslag waardoor het inkomen minder dan € 15.000 zou bedragen.
Het hof overweegt dat op grond van artikel 17, paragraaf 2, van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland “pensioenen, lijfrenten of socialezekerheidspensioenen ook door de bronstaat [mogen] worden belast indien het totale brutobedrag ervan in enig kalenderjaar hoger is dan € 15.000. In onderdeel XII van het Protocol bij het Verdrag 2012 is uitdrukkelijk neergelegd dat de drempel van € 15.000 in artikel 17, paragraaf 2, Verdrag 2012 verwijst naar het totaal van de brutobedragen van alle soorten betalingen waarop die bepaling van toepassing is.” Het hof leidt hier uit af dat voor 2016 de ontvangen bruto-bedragen aan Anw-uitkering en pensioen - dus zonder vermindering van het loonbeslag - in aanmerking moeten worden genomen.
(Hof 's-Hertogenbosch, 30 december 2021, nr. 20/00648, ECLI:NL:GHSHE:2021:3899)
(februari 2022)