Minister van Financiën Dijsselbloem heeft gereageerd op Kamervragen naar aanleiding van het bericht dat spaarders geen rente meer krijgen over hun spaargeld.
De minister geeft aan dat de rente historisch laag staat en al daalt sinds de jaren ’80. Hij legt uit dat banken streven naar het op peil houden van hun rentemarge (verschil tussen uitleen- en inleenrentes). Daarbij stellen banken hun eigen rentes vast die tevens verschillen per type deposito. Ook geeft de minister aan dat niet op voorhand valt te overzien in hoeverre banken bij eventuele toekomstige dalingen in de markrente over zullen gaan tot het verder verlagen van de spaarrente.
In België geldt een verbod op negatieve rente op spaartegoeden. Aangezien een dergelijk verbod kan leiden tot een verstoring van de markt, is de minister niet van plan om negatieve spaarrentes te verbieden.
De minister gaat ook in op de wijziging van de rendementsberekening in box 3. Hij geeft aan dat het systeem per 1 januari 2017 de feitelijke ontwikkeling volgt en daardoor beter aansluit bij het werkelijke rendement op sparen. De minister laat het over aan een nieuw kabinet om te beoordelen of stappen in de richting van een heffing over het werkelijke individueel behaalde rendement wenselijk zijn.
De minister kondigt geen maatregelen aan om te voorkomen dat mensen hun spaargeld uiteindelijk thuis bewaren, in plaats van dit op een spaarrekening te zetten. Er is op dit moment geen sprake van grootschalige onttrekkingen van spaarrekeningen naar contant geld. Het staat burgers vrij om hun geld in contanten aan te houden en de minister is niet van plan om dit te veranderen.
(Brief minister van Financiën, 26 april 2017, kenmerk 2017-0000086594)
(mei 2017)