SER-rapport: verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Op 20 mei 2016 heeft de SER een rapport uitgebracht met een nadere verkenning van de variant persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling. De verkenning is een vervolg op het advies over de toekomst van het pensioenstelsel van februari vorig jaar, waarin vier varianten om ons pensioenstelsel te ontwikkelen en te versterken werden onderzocht.

Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risico indeling
De onderzochte variant gaat uit van een pensioencontract op basis van persoonlijk pensioenvermogen. In zo’n contract is het voor deelnemers transparant hoeveel pensioen zij hebben opgebouwd en wat dat oplevert. Deze variant gaat daarnaast uit van collectieve deling van de risico’s (langer leven dan gedacht (‘pensioenpot’ leeg), overlijden, beleggingsrisico's, renterisico's, etc.). Het delen van beleggingsrisico’s kan bijvoorbeeld met een collectieve buffer naast het persoonlijk pensioenvermogen. In goede tijden wordt de buffer gevuld: een deel van de opbrengsten van beleggingen gaat dan niet naar het persoonlijke pensioenvermogen, maar naar de buffer. Andersom: als de beleggingsrendementen laag zijn, kan het persoonlijk pensioenvermogen juist worden aangevuld vanuit de buffer. Het delen van risico’s leidt volgens de verkenning tot stabielere en/of hogere pensioenuitkomsten. Op deze manier worden volgens de verkenning de sterke punten van het huidige stelsel behouden.

Het is bij de invoering van deze variant nodig om de pensioenaanspraken uit de oude/huidige pensioenregeling om te zetten in pensioenvermogen binnen de nieuwe regeling én de nieuwe regeling gaat gepaard met afschaffing van de doorsneesystematiek. Over hoe dit exact dient plaats te vinden en de wenselijkheid van de afschaffing van de doorsneesystematiek gaat het rapport niet (concreet) in. Wel wordt opgemerkt dat er voor moet worden gezorgd dat door de transitie benadeelde leeftijdsgroepen gerichte compensatie dienen te krijgen.
(Bron: https://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2016/persoonlijk-pensioenvermogen.aspx)

Noot:

Het rapport bevat (helaas) geen concreet advies, maar is volgens de SER bedoeld om de brede dialoog die de SER was gestart, weer op te pakken. Daarmee wil de SER de discussie over en het draagvlak voor eventuele veranderingen versterken. De verkende variant zal naar alle waarschijnlijkheid weer veel nieuwe (inhoudelijke) discussies opleveren. Wanneer is bijvoorbeeld sprake van ‘goede tijden’ (waarin een collectieve buffer kan worden gevormd) en wanneer van ‘slechte tijden’ (wanneer de buffer kan worden aangesproken) en op welke manier gaat dat dan gebeuren? Hoe gaat bij een eventuele transitie een ‘herverdeling’ van pensioenvermogen plaatsvinden, waar komt de genoemde compensatie vandaan en hoe wordt deze vormgegeven? Hierbij zullen vele partijen betrokken (willen) zijn (diverse sociale partners, vakbonden, politiek, etc.) met ieder hun eigen mening en belangen. Met andere woorden: een geheel nieuw pensioenstelsel is er voorlopig nog niet.