Een vrouw heeft bezwaar gemaakt tegen een pensioenoverzicht van de Sociale Verzekeringsbank. In het overzicht staat dat zij 24 maanden ná het bereiken van de 65-jarige leeftijd recht krijgt op een AOW-uitkering. De vrouw is het daar niet mee eens. Zij is van mening dat haar AOW-uitkering in moet gaan als zij de leeftijd van 65 jaar bereikt. De latere ingangsdatum is een inbreuk op haar eigendomsrecht, als bedoeld in een Europees verdrag. De Rechtbank Noord-Nederland geeft de vrouw gelijk. De rechtbank is van mening dat voor de vrouw sprake is van een onevenredig zware last. Het gaat om een betrekkelijk lange periode (24 maanden) die zij moet overbruggen, haar huidige inkomen maakt het niet mogelijk om te sparen en zij maakt - mede vanwege een chronische aandoening - vrijwel geen kans op de arbeidsmarkt. Als de vrouw een beroep moet doen op de bijstand moet zij mogelijk eerst haar eigen woning ‘opeten’, aldus de rechter. Ondanks de 500 á 600 euro die zij op grond van de overbruggingsregeling in deze periode ontvangt, stelt de rechtbank dat in deze situatie sprake is van een buitenproportionele last, waardoor de AOW-uitkering toch op haar 65-jarige leeftijd moet ingaan.
(Bron: Rechtbank Noord-Nederland, 25 november 2015, ECLI:NL: RBNNE:2015:5585)
Noot:
In deze situatie is de rechter van mening dat de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd te zeer in het nadeel van de burger uitvalt. De burger lijdt een relatief groot nadeel en heeft geen gelegenheid om in voldoende mate de gevolgen van de wetswijziging op te vangen. Als deze uitspraak in hoger beroep niet wordt verworpen, kan deze uitspraak grote gevolgen hebben. De verhoging van de AOW- leeftijd veroorzaakt een inkomensgat waar lang niet iedereen voldoende rekening mee heeft kunnen houden. Veel ouderen zullen in dat geval claimen dat de AOW nog op 65-jarige leeftijd dient in te gaan. Interessant is dan de vraag voor wie de AOW-leeftijd toch op 65 jaar blijft.