Toch geen vrijstelling box 3 voor letselschadevergoedingen

De staatssecretaris van Financiën heeft - in aanvulling op zijn brief van 12 juli - een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over een mogelijke uitzondering in box 3 voor letselschadevergoedingen. Staatssecretaris Snel begint zijn brief met de opmerking dat hij begrip heeft voor het onbehagen over het feit dat het vermogen in box 3 wordt belast alsof een deel van hun vermogen uit beleggingen bestaat, in het geval dat de letselschadevergoeding wordt aangehouden op een spaarrekening. Hij verwijst naar de nieuwe plannen voor box 3 waarbij het werkelijk spaargeld centraal wordt gesteld.
Vervolgens komt de staatssecretaris met zijn conclusie:
“Het kabinet vindt een vrijstelling voor letselschadevergoedingen voor box 3 geen optie, omdat het in strijd is met het uitgangspunt van box 3 dat vermogen dat op de peildatum tot het bezit behoort deel uitmaakt van de rendementsgrondslag.”
Verder stelt de staatssecretaris vast dat voorwaarde voor een vrijstelling is dat bepaalbaar moet zijn wat onder de vrijstelling valt. Door de zogenoemde verwatering is dat bij een letselschadevergoeding niet mogelijk. Bij een afname van het vermogen door het opnemen van de schadevergoeding is niet te zien welke euro’s dat zijn. Hierdoor is een uitzondering voor letselschadevergoedingen in box 3 in beginsel niet mogelijk. Dat zou nog anders kunnen zijn als het bedrag van de schadevergoeding apart van het andere vermogen gevolgd zou kunnen worden. Daarvoor zouden extra voorwaarden nodig zijn.
Ook stelt Snel vast dat gebruikelijk is om bij het bepalen van de omvang van de schade rekening te houden met gevolgschade, zoals belastingheffing. Een vrijstelling in box 3 zou leiden tot lagere schadevergoedingen.
De staatssecretaris sluit af met de conclusie dat het kabinet geen voorstander is van het uitzonderen van letselschadevergoedingen van de grondslag in box 3.
(Brief staatssecretaris van Financiën, 26 september 2019, kenmerk 2019-0000158628)

Noot:

Iets later dan toegezegd komt de staatssecretaris van Financiën met zijn definitieve reactie op de motie Leijten-Lodders over letselschadevergoedingen. 
Dat uitzonderingen op de hoofdregel eigenlijk niet wenselijk zijn, is te billijken. Het argument dat extra voorwaarden nodig zouden zijn om het specifieke vermogen te kunnen volgen, is niet sterk. Voor fiscale faciliteiten gelden namelijk eigenlijk altijd wel (extra) voorwaarden.
Op de aangekondigde maatregelen in box 3 is zeker iets af te dingen, zie Prinsjesdag 2019. Belastingplichtigen met een letselschadevergoeding zullen die maatregelen waarschijnlijk niet als een oplossing ervaren.

(oktober 2019)