Tweede shopmoment bij tijdelijke pensioenknip

Eind september heeft de regering een motie van de Tweede Kamerleden Lodders en Vermeij aangenomen. Hierdoor wordt het mogelijk om bij toepassing van de tijdelijke pensioenknip niet alleen op de pensioendatum, maar ook aan het eind van de knipperiode te shoppen met het pensioenkapitaal. Staatssecretaris Klijnsma heeft de Tweede Kamer toegezegd deze mogelijkheid in het wetsvoorstel Wet variabele pensioenuitkering op te nemen.
(Bron: Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 32 043, nr. 269)

Noot:

De tijdelijke pensioenknip is in juli 2015 opnieuw ingevoerd, omdat de Wet variabele pensioenuitkering niet op korte termijn was te realiseren. Het is vreemd dat een wijziging op deze tijdelijke pensioenknip opgenomen wordt in een wetsvoorstel dat niet op korte termijn te realiseren is.
De pensioenknip heeft een maximale looptijd van twee jaar en is alleen mogelijk bij toepassing vóór 1 januari 2017. De tijdelijke uitkeringen eindigen uiterlijk 31 december 2018.
Op de pensioendatum kiest de deelnemer voor aankoop van ouderdomspensioen met of zonder partnerpensioen. Deze keuze geldt voor de periode van zowel tijdens als na de pensioenknip.
Bij de tijdelijke pensioenknip moet eerst worden berekend hoeveel ouderdomspensioen (met of zonder partnerpensioen) zou zijn verkregen zonder toepassing van de pensioenknip. Dit ouderdomspensioen wordt gedurende de knipperiode tijdelijk uitgekeerd. De koopsom voor dit tijdelijke ouderdomspensioen wordt afgetrokken van het pensioenkapitaal. Het restantkapitaal wordt belegd tot het einde van de knipperiode. Aan het einde van knipperiode wordt met het belegde  restantkapitaal een levenslang ouderdomspensioen aangekocht en uitgekeerd ... De pensioenknip is heringevoerd vanwege de historisch lage rentestand die bepalend is voor de aankoop van pensioen. Bij een stijgende rente kan de pensioenknip gunstig uitvallen. De pensioenknip kan ook worden toegepast door (gewezen) partners bij de aankoop van (bijzonder) partnerpensioen.
De motie lijkt te zijn ingediend als sympathiek gebaar richting degene die gebruik maakt van de pensioenknip. Deze pensioengerechtigde krijgt nu twee maal de mogelijkheid om de verzekeraar te kiezen die de hoogste pensioenuitkeringen garandeert. In de praktijk leidt de motie echter tot onduidelijkheid. De verzekeraar die de pensioenknip uitvoert, houdt er momenteel bij zijn tarifering rekening mee dat het gehele expiratiekapitaal bij hem ondergebracht blijft. Als de motie voor een tweede shopmoment opgenomen wordt in de wet, dan zullen verzekeraars met hun tarifering rekening houden dat het kapitaal na de knipperiode mogelijk wordt overgedragen naar een andere verzekeraar. De verzekeraars staan nu voor de vraag of zij bij de tarifering erop moeten anticiperen dat het wetsvoorstel Wet variabele pensioenuitkering inclusief de thans aangenomen motie voor een tweede shopmoment voor 1 januari 2017 (de uiterste datum voor toepassing van de pensioenknip) doorgang vindt of niet?!