Een man heeft bij een verzekeraar een beleggingsverzekering afgesloten. De einddatum van de verzekering is 1 januari 2021. Na drie keer navragen ontvangt de man de uitkering op 21 januari 2021. Daarbij vergoedt de verzekeraar 3% op jaarbasis over de periode van 1 januari tot en met 21 januari 2021.
De man stelt dat blijkbaar de verzekering op 21 januari 2021 is beëindigd en dat op dat moment de beleggingsparticipaties zijn verkocht. Naar zijn mening had de poliswaarde op het moment van afhandeling moeten worden overgeboekt. De waarde is tussen 1 januari en 25 januari 2021 ongeveer € 17.000,- gestegen. Hij geeft ook aan dat hij de expiratiestukken al op 10 november 2020 aan de verzekeraar heeft gemaild. En door de trage afhandeling door de verzekeraar, heeft hij niet de kans gehad de uitkering opnieuw te beleggen om zo van de stijgende koersen te profiteren.
De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening oordeelt dat volgens de productvoorwaarden de uitkering op de einddatum wordt berekend op basis van de openingskoers van die dag. Is deze dag geen beursdag, dan wordt de openingskoers van de eerstvolgende beursdag gehanteerd. Aangezien de einddatum van de verzekering 1 januari 2021 is en die dag geen beursdag is, moet op grond van de voorwaarden de uitkering worden berekend op basis van de openingskoers van de eerstvolgende beursdag. Dat is de openingskoers van 4 januari 2021. Het feit dat de verzekeraar de beleggingen pas op 21 januari 2021 heeft verkocht en de uitkering pas vier dagen daarna op de rekening van de man is bijgeschreven, wijzigt de einddatum van de verzekering niet.
Bij vertraging in de voldoening van een geldsom, geldt de regeling van artikel 6:119 BW. De commissie geeft aan dat dit wetsartikel uiting geeft aan het zogenoemde fixatiebeginsel. Dat beginsel houdt in dat bij vertraging de schuldeiser minimaal en maximaal recht heeft op het bedrag van de wettelijke rente. Het rentepercentage van 3 ligt hoger dan de op dat moment geldende hoogte van de wettelijke rente. Hiermee is aan de vergoedingsverplichting voldaan. De commissie wijst de schadevergoeding die de man vordert omdat hij koerswinst is mis[1]gelopen, af.
(Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2021-0768, 1 september 2021)
(oktober 2021)