V&A 17-029 (uitkeringsperiode oudedagsverplichting) aangepast

In 2017 heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) een vraag en antwoord (V&A) gepubliceerd over de uitkeringsperiode van de oudedagsverplichting (ODV). Die V&A blijft gelden. Wel voorziet de nieuwe versie van het V&A in de mogelijkheid de ODV-uitkeringsperiode naar keuze af te ronden op hele maanden of jaren. 
Het CAP geeft daarbij het volgende voorbeeld:
“AOW-leeftijd 1 januari 2019, eerste ODV-termijn uitgekeerd op 1 augustus 2017
De eerste ODV-termijn is uitgekeerd vóór het bereiken van de AOW-leeftijd. De standaard ODV-uitkeringsperiode van 20 jaar is verlengd met de periode gelegen tussen de uitkering van de eerste ODV-termijn en het bereiken van de AOW-leeftijd. In deze situatie bedraagt de ODV-uitkeringsperiode 21 5/12 jaar.
Bij aanvang van het eerstvolgende uitkeringsjaar op 1 augustus 2020 kan men er voor kiezen om de op dat moment nog resterende uitkeringsperiode van 18 5/12 jaar naar boven of beneden af te ronden op hele jaren. Bij een afronding op hele jaren naar boven wordt de resterende uitkeringsperiode 19 jaar. Bij het naar beneden afronden op hele jaren wordt de resterende uitkeringsperiode 18 jaar.
De gemaakte keuze voor de afronding heeft uiteraard ook gevolgen voor de omvang van de ODV-jaaruitkeringen. Bij een afronding van de resterende uitkeringsperiode op hele jaren naar boven wordt in het voorbeeld de eerstvolgende ODV-jaartermijn berekend door de waarde van de ODV (na oprenting) op 1 augustus 2020 te delen door 19 jaar. Bij afronding op hele jaren naar beneden wordt in het voorbeeld de waarde van de ODV (na oprenting) gedeeld door 18 jaar.”

(Centraal Aanspreekpunt Pensioenen, V&A 17-029, 14 november 2019)

Noot:

Het volledige V&A is hier te vinden.

(december 2019)