Verhaal restschuld door de bank bij ex-partners

Een vrouw sluit met haar partner een hypothecaire lening bij een bank voor de aankoop van een woning. Zij zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de hypothecaire geldlening.
De relatie van de man en de vrouw eindigt en de woning wordt verkocht. De verkoopopbrengst van de woning is niet voldoende om de volledige schuld af te lossen. Er ontstaat een restschuld.
Op de hypothecaire geldlening van Nationale Hypotheekgarantie van toepassing. Het Waarborgfonds Eigen Woningen (hierna: Waarborgfonds) betaalt een bedrag aan de bank, maar daarna resteert nog een restschuld van ruim € 20.000. Maar de vrouw en haar ex-partner komen niet in aanmerking voor de kwijtscheldingsregeling van het Waarborgfonds. Het Waarborgfonds wil het aan de bank betaalde bedrag op de vrouw en haar ex-partner verhalen. Zij gaat akkoord met het voorstel om 37,5% van het verschuldigde bedrag te betalen en voldoet het bedrag.
Haar ex-partner heeft een schuldsaneringsregeling. De bank vordert betaling van de restschuld bij de vrouw.
In een procedure voor het KIFID vordert een vrouw dat de bank een restschuld niet op haar verhaalt, maar op haar ex-partner. De vrouw was in de veronderstelling dat zij met de betaling aan het Waarborgfonds alles geregeld had. Ook vindt zij het in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat de bank alleen maar verhaal zoekt op haar. Haar ex-partner is volgens de vrouw de veroorzaker van alle problemen en heeft nog wel een behoorlijk inkomen, ondanks de schuldsaneringsregeling.
Het Waarborgfonds schrijft in haar brief dat door akkoord te gaan met haar voorstel zij in een keer schuldenvrij is. Maar het KIFID geeft aan dat het Waarborgfonds dat niet schrijft namens de bank. Dat kan de bank niet verweten worden.
Tegen de stelling van de vrouw dat alleen zij wordt aangesproken verwerpt de bank. Door privacyregels kan er niet veel over worden gezegd, maar de bank onderbouwt haar stelling dat contact is geweest met de bewindvoerder.
Aangezien sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid en niets is gebleken van strijd met redelijkheid en billijkheid, wijst de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het KIFID de vordering af.
(Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2020-036, 9 januari 2020)

Noot:

Veel partners die samen een huis komen en daarvoor een hypothecaire geldlening aangaan beseffen waarschijnlijk vaak niet dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn. Totdat het te laat is. Zo ook in deze casus. De geldverstrekker zal normaliter een poging tot invordering doen bij beide ‘aansprakelijken’, maar als bij de een niets te halen valt, blijft vanzelf de andere partner over die de resterende schuld mag voldoen.

(februari 2020)