Een man en een vrouw wonen ongehuwd samen in de woning van de vrouw. Voor de financiering van de woning is de vrouw een hypothecaire lening aangegaan bij een bank. Er is een risicoverzekering gesloten, waarbij de man verzekeringnemer is en de vrouw verzekerde. De man en de vrouw hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten, waarin staat dat de verzekeringspremies voor rekening van de man komen. De verzekering is verpand aan de bank en de bank is ook eerste begunstigde (de man tweede begunstigde). De vrouw overlijdt in 2012.
Door het overlijden van de vrouw is de verzekering tot uitkering gekomen en heeft de bank als eerste begunstigde de uitkering gebruikt om de hypotheekschuld af te lossen. Hoewel de man geen erfgenaam van de vrouw is, meent hij een vordering op de nalatenschap van de vrouw te hebben verkregen ter hoogte van het bedrag dat door de verzekeraar aan de bank is uitgekeerd. De man heeft immers de premies betaald voor deze verzekering.
Rechtbank en hof wijzen dit standpunt af. Na aflossing van de schuld voor de eigen woning is er geen restantuitkering meer voor de man. Ook geeft het hof aan dat de hypothecaire geldlening niet is afgelost met aan de man toekomende gelden. Er is geen sprake van ongerechtvaardigde verrijking van de erfgenamen. Aangezien de man geen recht heeft op de verzekeringsuitkering (en de premies van de verzekeringsovereenkomst volgens het notariële samenlevingscontract voor zijn rekening komen) is hij ook niet verarmd.
(Bron: Hof Den Haag, 23 februari 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:879)
Noot:
Deze uitspraak laat zien dat het van groot belang is zaken rondom leningen en bijbehorende verpande verzekeringen goed te regelen.
Vermoedelijk is het doel in deze casus geweest om betaling van erfbelasting te voorkomen. De man is immers verzekeringnemer en premiebetaler, en bovendien staat in het samenlevingscontract dat de man de verzekeringspremies verschuldigd is. Dan is er niets aan het vermogen van erflaatster onttrokken voor deze verzekering en kan deze zonder heffing van schenkbelasting worden genoten. Deze opzet valt voor de man in het water nu hij bij het overlijden van de vrouw geen begunstigde blijkt te zijn.
Meer over het voorkomen van erfbelasting bij levensverzekeringen is te lezen in hoofdstuk10.5 van de Gids Productfiscaliteiten.