Vragen en antwoorden over oudedagsverplichting geactualiseerd

Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) heeft vier vragen over de oudedagsverplichting (ODV) geactualiseerd. Het gaat om de vragen en antwoorden over aanwenden oudedagsverplichting voor lijfrente in uitkeringsfase (V&A 17-008), afwikkeling oudedagsverplichting bij onderdekking (V&A 17-009), prijsgeven van een oudedagsverplichting op ingangsdatum vanwege onderdekking (V&A 17-021) en oudedagsverplichting gedeeltelijk aanwenden voor verkrijgen lijfrenteproduct (V&A 18-004).

In het besluit van 22 juni 2022 (nr. 2022-13302) heeft de staatssecretaris van Financiën - vooruitlopend op een voorgenomen wetswijziging - een goedkeuring opgenomen. De goedkeuring houdt in dat de leeftijdsgrens voor de aankoop van een lijfrente niet van toepassing is als de ODV wordt aangewend voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct. De gevolgen hiervan zijn opgenomen in de genoemde V&A.

(Bericht op centraalaanspreekpuntpensioenen.belastingdienst.nl, 16 september 2022)

Noot:

De voorgenomen wetgeving waarnaar verwezen wordt, is op Prinsjesdag ingediend als onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2023.

De ODV is in het leven geroepen na afschaffing van de mogelijkheid van pensioenopbouw in eigen beheer. Van 1 april 2017 tot en met 2019 kon het in eigen beheer verzekerde deel van de opgebouwde pensioenaanspraak geruisloos worden omgezet in een ODV. Een ODV moet uiterlijk twee maanden na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd ingaan. De ODV moet worden uitgekeerd in een periode van 20 jaar met gelijke tussenposen van ten hoogste een jaar. Zolang er nog geen termijnen zijn ingegaan uit de ODV, kan deze ODV fiscaal geruisloos worden aangewend ter verkrijging van een lijfrente. Dit bleek in de praktijk te knellen voor ODV’s die al waren ingegaan. Daarom werd goedgekeurd dat een ODV ook na de ingang van de termijnen uit deze ODV aangewend mag worden voor een lijfrente. Dat moet dan wel uiterlijk bij het bereiken van de AOW-leeftijd plus vijf jaar. Maar ook dat blijkt in de praktijk nog een knelpunt te kunnen zijn. Als de gerechtigde tot de uitkeringen ouder is dan genoemde leeftijd en de B.V. wil opheffen, kan dat niet vanwege de ODV. Die moet immers 20 jaar lang uitkeren. Deze versoepeling komt daaraan tegemoet.

Voor de praktijk moet bedacht worden dat de lijfrente-uitvoerder een verklaring van de Belastingdienst zal verlangen dat het juiste bedrag aan aanspraken wordt overgenomen van de B.V.

(oktober 2022)