De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd dat hij in het eerste kwartaal van 2025 een goedkeurend beleidsbesluit wil publiceren vooruitlopend op wetgeving inzake technische fiscale knelpunten volgend uit de Wet toekomst pensioenen.
De eerste pensioenfondsen willen per 1 januari 2025 invaren. Recent zijn drie technische fiscale knelpunten bij invaren geconstateerd. Deze technische fiscale knelpunten wil de staatssecretaris via wetgeving oplossen. De knelpunten zien op het invaren van ingegane prepensioenen, ingegane tijdelijke overbruggingspensioenen en ingegane wezenpensioenen.
Op grond van het nieuwe fiscale kader met ingang van 1 juli 2023 en het overgangsrecht voor pensioenregelingen moeten prepensioenen en tijdelijke overbruggingspensioenen bij invaren worden omgezet naar een levenslang ouderdomspensioen. Vervolgens hebben (gewezen) deelnemers de mogelijkheid om het levenslange ouderdomspensioen te vervroegen en te kiezen voor hoog-laag pensioen (voorwaarde is dat het levenslange ouderdomspensioen nog niet is ingegaan). Op die manier kunnen (gewezen) deelnemers min of meer hetzelfde resultaat bereiken als met prepensioen of tijdelijk ouderdomspensioen. Maar dat lukt niet altijd omdat het niet meer mogelijk is om te vervroegen en te kiezen voor hoog-laag pensioen omdat het levenslange ouderdomspensioen al is ingegaan. Of omdat het prepensioen of tijdelijk overbruggingspensioen een andere looptijd hebben.
Voor wezenpensioen geldt dat dit pensioen tot de invoering van de Wet toekomst pensioenen kon lopen tot het bereiken van de dertigjarige leeftijd. Na invoering van de wet is dat nog tot maximaal 25 jaar. Door invaren zouden reeds op 1 juli 2023 lopende wezenuitkeringen in voorkomende gevallen moeten eindigen op de 25-jarige leeftijd van het kind. Dat is onwenselijk.
Deze knelpunten belemmeren het invaren en om die reden volgt reparatie in de fiscale wetgeving en - vanwege de haast - daarop vooruitlopend in een besluit. De Pensioenwet hoeft niet te worden aangepast.
(Brief staatssecretaris van Financiën, 18 december 2024, kenmerk 2024-0000565857)
(januari 2025)