Twee inwoners van Nederland hebben door hun geboorte in de VS (ook) de Amerikaanse nationaliteit gekregen. Zij hebben de minister verzocht om hun gegevens niet door te geven aan de IRS (Amerikaanse belastingdienst). Na afwijzing van het verzoek hebben zij beroep aangetekend tegen dat besluit bij de Rechtbank Gelderland. Eisers hebben ook een klacht ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Deze klacht is afgewezen.
De rechtbank stelt vast dat de overeenkomst (NL IGA) tussen Nederland en de VS - goedgekeurd door het parlement - een wettelijke verplichting vormt voor de Belastingdienst om gegevens aan de IRS te verstrekken. Dit is in overeenstemming met artikel 6 lid 1 onder c van de AVG. Om die reden slagen de beroepen van eisers niet.
Een recente uitspraak van de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit (de Belgische variant van de Nederlandse AP), waarin de doorgifte van gegevens aan de IRS moest worden aangepast, leidt niet tot een ander oordeel. Tegen die uitspraak loopt bovendien nog een beroepsprocedure.
De rechtbank verklaart de beroepen van eisers ongegrond en bevestigt dat de minister de verzoeken tot beperking van gegevensverwerking terecht heeft afgewezen.
(Rechtbank. Gelderland, 23 juli 2025, nr. AWB-24, 2662 e.a., ECLI:NL:RBGEL:2025:5881)
(augustus 2025)