Staatssecretaris Wiebes van Financiën is niet voornemens de zogenoemde restschuldregeling te verlengen. De Kamerleden Ronnes en Omtzigt hadden hier om gevraagd. Aanleiding voor de Kamervragen was een bericht van de Vereniging Eigen Huis met die strekking.
De staatssecretaris geeft aan dat de restschuldregeling tot doel had de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. Huiseigenaren met een zogenoemde onderwaterhypotheek - de waarde van de eigen woning is lager dan de op die woning rustende schuld - konden door de tijdelijke aftrekbaarheid (maximaal 15 jaar) van de rente en kosten op de bij verkoop van die woning resterende schuld in staat worden gesteld te verhuizen.
Vóór de crisis bedroeg het aantal woningtransacties ongeveer 200.000. Ten tijde van de invoering van de maatregel was dat aantal gedaald naar ongeveer 117.000. In 2016 bedroeg het aantal woningtransacties bijna 215.000.
Ook de huizenprijzen vertonen weer stijgingen, ook al zijn die stijgingen niet gelijk verdeeld over de provincies.
In 2013 werd door De Nederlandsche Bank gestart met de registratie van het aantal onderwaterhypotheken. Op dat moment bedroeg het onderwaterpercentage 36%. Eind 2016 stond nog bijna 18% van de Nederlandse huishoudens onder water. De staatssecretaris verwacht dat eind 2017 het percentage gelijk zal aan dat van vóór de crisis (zo’n 13%). Met als groot verschil dat de rente nu veel lager is.
(Brief staatssecretaris van Financiën, 28 juni 2017, kenmerk 2017-0000114832)
(augustus 2017)