De Kennisgroep Onroerende zaken van de Belastingdienst heeft op 24 augustus 2023 een tweetal standpunten gepubliceerd.
Het eerste standpunt gaat over de herkwalificatie van een box 3-schuld tot een eigenwoningschuld. In het standpunt beschrijft de kennisgroep een casus waarin een belastingplichtige voor het eerst een eigen woning heeft gekocht. Voor de aankoop heeft hij een aflossingsvrije lening gesloten. Overgangsrecht speelt niet. En om die reden is de aflossingsvrije lening geen eigenwoningschuld en valt in box 3. Als de belastingplichtige de lening enkele jaren later omzet in een annuïtaire lening die in ten hoogste 360 maanden volledig wordt afgelost, kwalificeert de lening volgens de kennisgroep vanaf het moment van omzetting als eigenwoningschuld.
Bij het tweede standpunt kopen een belastingplichtige en zijn fiscale partner samen hun eerste woning. Voor de aankoop van zijn eigendomsaandeel in de woning gaat de belastingplichtige een lening aan bij de fiscale partner. Na enige tijd herfinanciert de belastingplichtige deze lening bij een bank. De kennisgroep bevestigt dat de lening bij de bank kan kwalificeren als een eigenwoningschuld. Voorwaarde is dat voor deze lening bij de bank een contractuele verplichting geldt om het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig af te lossen. Ook moet aan de overige voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001 worden voldaan. De maximale looptijd van 360 maanden gaat in vanaf het moment dat de lening als eigenwoningschuld wordt aangemerkt (artikel 3.119c, eerste lid, Wet IB 2001). De knnisgroep merkt nog op dat schulden aan de fiscale partner niet tot de eigenwoningschuld behoren (op grond van artikel 3.119a, zesde lid, onderdeel c, Wet IB 2001) en valt in box 3.
(Belastingdienst, KG:051:2023:8 en KG:051:2023:9, 24 augustus 2023)
(september 2023)