Minister Schouten heeft eind december 2023 een brief over onder meer invaren naar de Tweede Kamer gestuurd. Eerst beschrijft ze de stand van zaken van de transitie. Zo geeft zij voor de vijf grootste pensioenfondsen de mate van toeslagverlening in 2022 en 2023 aan.
Daarnaast blijkt uit informatie van de sociale partners dat bij zeker 18 pensioenfondsen (met meer dan 11,5 miljoen pensioenaanspraken) een onderhandelaarsresultaat is bereikt of zelfs al arbeidsvoorwaardelijke afspraken zijn gemaakt.
De minister geeft aan dat bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen (ppi’s) de volgorde van de transitie anders is. Eerst ontwikkelen deze partijen hun pensioenproducten. Vervolgens kunnen werkgevers na afronding van de arbeidsvoorwaardelijke afspraken hun regeling onderbrengen bij deze verzekeraars en ppi’s. Verzekeraars en ppi’s hebben al de nodige stappen gezet. Zo zijn zij in aanloop naar 1 juli 2023 aan de slag gegaan met het ontwerpen van pensioenproducten die voldoen aan de Wtp. Deze producten zijn uitvoerig getest. Voorts hebben verschillende verzekeraars en ppi’s ook een communicatieplan en een implementatieplan voor hun producten opgesteld en gedeeld met toezichthouders DNB en AFM.
In het tweede deel van de brief waarschuwt minister Schouten voor de gevolgen van de uitkomst van een eventueel referendum. Als de deelnemers alsnog kiezen voor het niet invaren van de pensioenaanspraken, zullen genomen besluiten over het indexatiebeleid in de jaren voorafgaand aan het feitelijke invaarmoment en voorgenomen besluiten over het verlenen van compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek moeten worden herzien.
Tot slot kondigt de minister aan dat de leden van de Staten-Generaal bij wijze van uitzondering vertrouwelijk inzage krijgen in de juridische adviezen over het invaren van pensioenen.
(Brief Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, 21 december 2023, kenmerk 2023-0000596452)
(januari 2024)